Recht van antwoord: controverse over Herinneringseducatie

Hieronder plaatsen wij de integrale reactie die Marjan Verplancke, hoofd educatie van de Kazerne Dossin, ons namens het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie toezond. Zoals eerder opgemerkt zullen wij in een volgend artikel overlopen op welke punten wij niet met haar argumenten kunnen instemmen en de redenen daarvoor.

Met grote ontzetting hebben we uw artikel “Vlaamse herinneringseducatie verworden tot middel om jongeren te besmetten met Israël- en Jodenhaat” gelezen in het septembernummer van Joods Actueel.

Als Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie (een overleggroep tussen de Vlaamse pedagogische begeleidingsdiensten, het ministerie en kabinet van Onderwijs en anbieders van herinneringseducatie) tillen wij bijzonder zwaar aan deze beschuldiging.

Het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie is een projectgroep die rechtstreeks aangesteld is door de Vlaamse Minister van Onderwijs en Vorming en aldus een openbare dienstverlening voor het onderwijs wil garanderen. Het BCH ijvert al jaren voor het bekender maken van herinneringseducatie bij het brede publiek. Daarbij pleiten we voor een kwaliteitsvolle herinneringseducatie, die drie cruciale objectieven nastreeft: (1) kennis en inzicht; (2) empathie en betrokkenheid en (3) reflectie en actie.

Om meer mensen te bereiken en ook meer aanbod te kunnen groeperen, is onze databank sedert vorig schooljaar opgenomen als projectsite van Klascement, de grootste onderwijsportaalsite van Vlaanderen. De databank herinneringseducatie herbergt zo’n 850 items.

Advertentie

Eerst en vooral willen we benadrukken dat de twee casi die door u worden aangehaald als voorbeeld van Israël- en Jodenhaat, niet ontsloten werden of worden door de databank van herinneringseducatie. De twee voorbeelden maken deel uit van de grotere koepelsite Klascement maar werden niet opgenomen in de databank van het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie.

Graag benadrukken we hier dat alle items die op de subsite terechtkomen, gemodereerd worden door de medewerker van het BCH volgens kwaliteitscriteria van de Toetssteen Herinneringseducatie. Hierdoor worden bijdragen die getekend zijn door tendentieuze of extreme stellingnames, discriminerend of haatdragend van inhoud zijn, niet opgenomen in de databank.

Ten tweede benadrukken we dat KlasCement een databank voor en door leerkrachten is. Dit houdt in dat bijdragen in de eerste plaats gemodereerd worden door leerkrachten. Dit volgens een zelfregulerend systeem van reacties en quotering. Op basis hiervan moet elke leerkracht zelf in staat zijn om de kwaliteit van het lesmateriaal te bepalen. Met meer dan 50.000 objecten is het bovendien onmogelijk om met een team van 5 medewerkers (KlasCement) de bijdragen gedetailleerd te screenen. Het spreekt dan ook voor zich dat ook de werking van KlasCement zich distantieert van dergelijke bijdragen. Dit is ook de reden waarom de twee bijdragen dadelijk na verschijnen van dit artikel verwijderd zijn van de databank.

Tot slot betreuren we het dat deze twee casi door u veralgemeend worden tot een bewuste, gecoördineerde “linkse propagandamachine”. We zijn ervan overtuigd dat deze twee voorbeelden uitzonderingen zijn in het geheel van de databank. Bovendien benadrukt het Bijzonder Comité in haar visietekst (Toetssteen Herinneringseducatie) net het omgekeerde van wat u hier stelt. De toetssteen belicht net het belang van de historische context bij het onderwijzen van historische en actuele conflicten en wijst op het gevaar van vergelijking bij het zoeken naar tijdloze mechanismen en processen.

We hopen met dit recht van antwoord de redactie en de lezers van Joods Actueel te kunnen overtuigen van het belang dat wij toekennen aan herinneringseducatie en dat we vanzelfsprekend op geen enkele manier anti-Israëlische of anti-Joodse lespraktijken beogen. Daarnaast hopen we voor de toekomst ook op een constructievere samenwerking, waarbij we vóór publicatie van beschuldigingen, gehoord kunnen worden.

Het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie