Terug naar de roots: Het verhaal van Jonath Yonathan en haar grootvader Samuel Weinberger
Het leven van Samuel Weinberger is op zijn minst zeer bewogen te noemen. Geboren in 1908, in wat vandaag Oekraïne is, groeide hij op in een joods-orthodox gezin. Begin de jaren ’30 emigreerde hij naar Antwerpen en bij het uitbreken van de Tweede Oorlog sloot hij zich aan bij het actief verzet. In augustus 1942 werd hij gearresteerd door de Duitse bezetter en gedeporteerd naar Auschwitz. Na de oorlog vestigde hij zich in Gent en bouwde er met zijn tweede echtgenote, Hélène Ysebie een bloeiende zaak op. Het echtpaar kreeg twee zonen en drie dochters. Vandaag is hij voor kleindochter Jonath de inspiratiebron voor haar geloofskeuze. Ze deed aliyah en bekeerde zich tot het orthodoxe joodse leven.
Rony Boonen
Om de man beter te leren kennen spraken we met Ingrid Weinberger, zijn jongste dochter die hem het best heeft gekend, Lieve en Yves Weinberger en uiteraard ook met Jonath Yonatan.
Ingrid Weinberger
Ingrid Weinberger is de jongste van het gezin Samul Weinberger – Hélène Ysebie. Ze is Online Laguage Coach en is master in de Romaanse Filologie. Verder volgde ze een opleiding vertaalkunde Engels-Nederlands, behaalde het Certificate in Proficency in English van de universiteit van Cambridge en het Zertifikat Deutsch als Fremdsprache aan het Goethe-Institut. Daarnaast spreekt ze een aardig mondje Spaans en Roemeens.
Advertentie
“Ik ben een nakomertje en dus heb ik mijn vader gekend in een periode waarin hij steeds meer begon terug te blikken op het verleden. Hoewel hij weinig details prijsgaf over bepaalde periodes in zijn leven, heeft hij me veel verteld, niet alleen over zijn oorlogsverleden, maar ook over de joodse tradities en cultuur. Al tijdens mijn tienerjaren begreep ik hoe bijzonder zijn verhaal was en was het mijn droom om hierover een boek te schrijven. Enkele jaren geleden ben ik me in zijn geschiedenis beginnen te verdiepen: ik heb talloze documenten uitgeplozen, heb verschillende reizen in de voetsporen van mijn vader gemaakt en ben dankzij de hulp van Christenen voor Israël zelfs teruggekeerd naar zijn geboortedorp, Nizny Verecky in het huidige Oekraïne. Het was voor mij heel emotioneel om ruim honderd jaar na de geboorte van mijn vader naar die plek terug te keren. Een plaats, zoals zovele in de Oekraïne, waar het joods leven totaal werd vernietigd.”
“We keken allemaal op naar mijn vader en de manier waarop hij na zo veel lijden en gruwel een nieuw leven heeft opgebouwd. Heel zijn leven getuigt van een enorme overlevingsdrang, maar ook van een grote gedrevenheid. Hij was een echte “plantrekker”, maar dan in de positieve betekenis van het woord. Persoonlijk ben ik zeer geraakt door de persoonlijke evolutie die mijn vader heeft doorlopen. Hij wordt als oudste zoon van een kroostrijk gezin opgevoed in een streng orthodox (chassidisch) milieu. Hij gaat jaren op kostschool in Budapest om de Talmoed te bestuderen zijn opleiding tot ritueel slachter te vervolledigen. Na zijn studies, keert hij naar zijn dorp in de Karpaten dat toen deel uitmaakte van Tsjechoslovakije terug en huwt er met Leni Weisz. Ze krijgen vier kinderen. Begin de jaren ’30 emigreert Samuel naar Antwerpen en zijn gezin reist hem een jaar later achterna. Wanneer de nazi’s Tsjechoslovakije inlijven in 1938, komt zijn zus Ester met haar man Zelig Steinberg en hun dochtertje ook naar Antwerpen.”
Moeilijke jaren
“Het zijn moeilijke jaren. Hij probeert aan de kost te komen in de diamantsector en later als kapper. Geleidelijk aan begint hij zich steeds af te keren van de regels van het orthodoxe jodendom. Hij stelt veel dingen in vraag en komt in contact met priesterdeken Julius van Hoeck. Volgens mijn vader was deze priester een bijzondere man met wie hij urenlang over het geloof discussieerde. Uit mijn onderzoek blijkt dat Julius van Hoeck vertrouwd was met de ideeën van de Amici Israël. Deze beweging, die aanvankelijk tot bedoeling had de Joden te bekeren, evolueerde tot een groepering die het antisemitisme binnen de rooms-katholieke Kerk bestreed en omwille van haar groeiende populariteit reeds na enkele jaren werd ontbonden.
Volgens mij, maar ik spreek hier enkel voor mezelf, doorging mijn vader een geleidelijke geestelijke ontwikkeling in zijn zoektocht naar de zin van alles. Een vraagstelling die al begonnen was tijdens zijn studiejaren in Budapest. Hij bleef zijn gehele leven een gelovig man. Trouw aan zijn wortels hield hij de joodse tradities en waarden in ere, maar bleef hij ook bij zijn keuze voor het katholicisme. Je zou kunnen stellen dat hij een Messiaanse Jood ‘avant-la-lettre’ was.”
Geheim leger
“In januari 1940 zet mijn vader een ingrijpende stap: hij wordt rooms-katholiek. Een maand later meldt hij zich vrijwillig bij het Tsjechoslovaakse Vreemdelingenlegioen en wordt hij ingelijfd in Agde bij Sète in Frankrijk. Na de capitulatie van Frankrijk keert hij na veel omzwervingen naar Antwerpen terug. Vastberaden om zijn lot niet lijdzaam af te wachten, zoekt hij contact met verzetslui van het Geheim Leger, een gewapende Belgische verzetsgroep. Hij sluit zich via Jan Boogaerts aan bij het schuiloord Le héron, waar hij actief is in het verdelen van de sluikpers Vrij en La Libre Belgique. Hij smokkelt en herstelt ook wapens die hij van Gent via Brussel naar Antwerpen overbrengt.
Op 2 augustus 1942 wordt hij in Antwerpen door de Gestapo opgepakt en overgebracht naar de plaatselijke Kommandatur om er ondervraagd te worden over zijn activiteiten binnen het verzet. Omdat ze niets kunnen bewijzen, arresteren ze hem enkel en alleen op het feit dat hij Jood is. Hij wordt ingelijfd bij de Organization Todt die in opdracht van de Werhmacht van af 1942 in Noord-Frankrijk bouwopdrachten uitvoert. Hij wordt te werk gesteld in Dannes-Camiers voor de aanleg van een verdedigingslinie aan de kust, de atlantikwall. Ondertussen werden zijn vrouw en kinderen in Antwerpen opgepakt en overgebracht naar de Dossin Kazerne en van daaruit naar Auschwitz gedeporteerd met het XIVde transport.”
Shoah
“Op 31 oktober 1942 werd hij met het XVI de transport vanuit Dannes-Camiers gedeporteerd naar Auschwitz waar hij drie dagen later aankwam en het stamnummer 72923 kreeg. Mijn aangetrouwde oom, Zelig Steinberg, zat op hetzelfde transport. Bij aankomst werd mijn vader ondergebracht in het sub-lager Jawizowitch. Hij zal in totaal zeven concentratiekampen en twee dodenmarsen overleven. Het mag een mirakel heten dat hij bijna drie jaar gevangenschap in de vreselijkste omstandigheden heeft kunnen doorstaan. Wanneer hij op 5 mei 1945 in Mauthausen door de Amerikanen wordt bevrijd, weegt hij nog amper 35 kg en is hij zwaar ziek. Hij wordt eerst voor dood achtergelaten, maar slaagt erin zich met zijn laatste krachten naar een vrachtwagen te slepen. Het is zijn redding.
Advertentie
Bij zijn terugkeer in Antwerpen wordt hij opgenomen in het St.Vincentiushospitaal.
Zijn echtgenote en zijn vier kinderen Rézi, Alsbeta, Hilda en Jindrich werden rond 27 oktober 1942 omgebracht in Auschwitz. Mijn halfzusjes en mijn halfbroertje, waren op zijn oude dag steeds meer in vaders gedachten. Vaak bleek het uit een kleine opmerking, zoals: ‘vandaag was het Roza’s verjaardag.’ Op zulke momenten kon ik zijn kwetsbaarheid zien en voelen. Ik heb me dikwijls afgevraagd of hij hen in ons terugzag… “
Opnieuw beginnen
Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe zwaar het moet geweest zijn voor hem om een nieuw leven op te bouwen. En toch slaagde hij erin om met mijn moeder, Hélène Ysebie, een nieuw gezin te stichten en een succesvolle zaak uit te bouwen. Hij begon eerst met een ‘Amerikaanse Stock’, eigenlijk niet meer dan een kraam op een binnenkoer in de Begijnengracht in Gent. Maar door zijn dynamische aanpak en de onvoorwaardelijke steun van mijn moeder, groeide de zaak al spoedig uit tot een bloeiende kledingzaak in de Dampoortstraat. Daarnaast deed hij ook nog in verzekeringen. Hij ging de baan op, terwijl mijn moeder de zaak runde en voor de het gezin zorgde.”
Twee tradities
“Mijn vader was een zeer integer en gerespecteerd man. Hij was steeds hoffelijk, vriendelijk en charmant en zat altijd piekfijn in het pak. Hij was verknocht aan zijn gezin. Zijn eerste levensdoel was de zorg voor een warm en veilig nest waarin we konden opgroeien. Hij stond er ook op dat we een zeer degelijke en gestrenge christelijke opvoeding kregen. Zelf vind ik dat we het mooiste en het beste van twee tradities hebben meegekregen. Net zoals mijn vader voor zichzelf zijn joodse wortels en opvoeding combineerde met een christelijke geloofsbeleving, heeft hij ons het beste van twee werelden meegegeven. Menselijke normen en waarden waren van het allerhoogste belang en we werden opgevoed met een groot moreel besef. Mijn ouders hebben ons een warme en gezellige thuis gegeven. We vormden een hecht en liefhebbend gezin. Ik wil tot slot ook graag mijn bewondering voor mijn moeder uiten: ze was een buitengewone vrouw. Hoewel ze volledig op de hoogte was van mijn vaders verleden toen ze trouwden, weet ik niet of ze ten volle besefte hoe moeilijk het soms zou zijn om het leven te delen met een man die zo zwaar getekend was. Ze hebben zich samen overal doorheen geslagen en zijn 45 jaar gelukkig getrouwd geweest.”
Overwinning op Hitler
Ook Yves Weinberger en zijn vrouw Lieve Schacht gingen actief op zoek naar de Joodse roots van de familie Weinberger. Lieve volgde de cursus Hebreeuws die toen nog door de Joodse gemeenschap van Gent georganiseerd werd. Na enige tijd werd hun woning zelfs één van de locaties van die wekelijkse lessen. In de vroege jaren ’80 trokken Yves & Lieve op familiebezoek naar Israël. Daar werden ze door de drie jongere broers van Samuel en zijn jongste zus met open armen ontvangen. Ze leerden er ook de talrijke neven en nichten kennen, met wie ze een uitstekende band ontwikkelden. In Gent raakten Lieve en Yves ook meer en meer betrokken in de kleine maar actieve Joodse gemeenschap. Itshak Sperling z’l leerde hun kinderen David en Jonath een heel repertoire van Hebreeuwse liederen voor de verschillende feesten. Chanukah, Tu Bishvat, Poerim, Pesach, Rosj Hasjana, Jom Kipoer, geen enkel in Gent georganiseerd Joods feest werd overgeslagen. Jonath en David liepen school in het Stedelijk Atheneum Wispelberg – de school waar hun mama les gaf – en volgden er aanvankelijk de lessen niet-confessionele zedenleer. Op zeker moment besloot Jonath om op school te kiezen voor Joodse godsdienst en haar oudere broer haar volgde haar hierin. Maar Jonath kreeg de smaak echt te pakken en wilde meer. Na haar middelbare studies trok ze naar Israël om zich tot het orthodoxe jodendom te bekeren. Hoewel haar ouders haar liever eerst een hoger diploma in België hadden willen zien behalen, steunden ze haar ten volle in die niet voor de hand liggende keuze. Zij zagen haar terugkeer tot het jodendom dan ook als een persoonlijke overwinning op Hitler.
Een gesprek
Op onze vraag naar wie haar opa voor haar was, stelt ze:
“Mijn opa was voor mij de connectie tot het Jodendom. De reden ook waarom ik op zoek ben gegaan naar mijn Joodse wortels. Hoewel ik hem slechts tot mijn vierde levensjaar heb gekend, voel ik een diepe band met hem. Het immense lijden dat hij heeft meegemaakt tijdens de Shoah zal ik nooit kunnen loslaten. Daarom ook wil ik me volledig blijven inzetten voor de herinneringseducatie.”
Ik weet niet wat bompa’s beweegredenen waren om zich in 1940, te bekeren tot het rooms-katholicisme en kan daar weinig over zeggen. Ik weet niet in hoeverre hij dat gepraktiseerd heeft tijdens de Shoah en weet ook niet of dit geen politieke zet was om te proberen te ontsnappen aan de vervolgingen. Al begrijp ik uiteraard dat bompa na de Shoah een nieuw leven heeft willen opstarten. Wij kunnen ons onmogelijk de gruwel voorstellen die mijn grootvader heeft gezien en meegemaakt. Ik weet enkel dat ik graag terug wilde keren naar onze oorspronkelijke roots en geloof. Ergens geloof ik wel dat bompa zeer trots op me zou zijn en zolang ik liefdevol met mijn medemens en familie blijf omgaan, doe ik zijn familienaam alle eer aan. Hij zou gelukkig zijn, denk ik dan.”
Aliyah
“In het middelbaar besloot ik Joodse godsdienstles te volgen. Ik was altijd al geïnteresseerd in de joodse gemeenschap en op school kende ik ook de kleinzoon van de bekende Gentse bakker Bloch. Ik wilde effectief op zoek gaan naar mijn roots. Toen ik later voor het eerst een tiental dagen bij familie verbleef in Israël had ik het gevoel dat ik in Israël wilde wonen. Daarna kon ik mijn ouders ervan overtuigen me een Kibboetsprogramma te laten volgen. Ik was toen 18 en verbleef twee maanden in Israël.
Na mijn terugkeer uit Israël heb ik het besluit genomen om aliyah te doen en de Israëlische nationaliteit aan te vragen. Dankzij mensen uit de Joodse gemeenschap in Gent kon ik de nodige papieren bij elkaar brengen. In 2006 ben ik dan definitief vertrokken.
Eerst verbleef ik in Haifa, waar wij heel wat familie hebben, maar later trok ik naar Jeruzalem. Daar heb ik me bekeerd tot de zionistische orthodoxe godsdienst omdat die volledig paste in mijn visie. Ik kon me daar zeer gemakkelijk aan aanpassen. Het was voor mij een thuiskomen. De mensen in mijn directe omgeving waren allemaal bijzonder vriendelijk en nodigden mij uit voor de feestdagen en de sabbat. Ik leerde er ook Moshe Yonatan kennen, nu mijn echtgenoot en vader van mijn drie kinderen.
Als land vind ik Israël bijzonder mooi en uiteraard ook heel warm. De inwoners zijn er zeer vriendelijk en open. Het is niet alleen een open maatschappij, maar door de oorlog zijn de mensen er veel alerter en solidair.
Wij zijn teruggekeerd naar België om economische redenen. In Israël is het dagelijkse leven even duur als bij ons hier in België, maar de lonen liggen er een pak lager. Om er bijvoorbeeld een huis te kunnen kopen, moet je een voorschot aanbrengen van 30%. Ook het onderwijs is hier beter georganiseerd en ik wil dat mijn drie kinderen later alle kansen krijgen om door te groeien. Ze kunnen dan na hun studies zelf beslissen of ze in België blijven of terugkeren naar Israël.”
Terug naar Israël
“Terugkeren naar Israël blijft sowieso ons doel, al wordt dit wellicht een pensioenplan! Momenteel studeer ik hier nog voor lerares in het secundair onderwijs. Mijn man volgde een cursus elektriciteit en heeft enorm zijn best gedaan om Nederlands te leren, maar nu merken we pas hoe moeilijk het is om als mens met een andere achtergrond hier werk te vinden. Ondanks al zijn capaciteiten heeft hij hier nog geen enkele kans gekregen om te tonen tot wat hij in staat is.
Hetzelfde probleem zal zich ook voor mij stellen. Ik zal enkel kunnen lesgeven in de Joodse scholen al droom ik ervan ooit les Nederlands te kunnen geven aan allochtone jongeren. Ik zou het ontzettend fijn vinden om als Joodse voor de klas te staan. Meteen zouden ze dan direct kunnen vaststellen dat Joden ook maar gewone mensen zijn… Maar ik vrees dat ik in de officiële scholen weinig kansen zal krijgen omdat die geen rekening willen houden met onze orthodoxe levenswijze en feestdagen waarop ik niet kan werken, zelf al zijn daar oplossingen voor te vinden. Ik hoop dat ik ooit het geluk mag hebben dat het tot een uitwisseling kan komen met andere leerkrachten.”
OPROEP!
In het kader van haar opzoekingen, zou Ingrid Weinberger graag in contact komen met de kinderen en/of de kleinkinderen van Aron Markus Weisz.
Info: Weisz Aron Markus, werd geboren op 27 juli 1912 in Nizni Verecky, en was uitbater van hoedenwinkel “Utilus” in de Pelikaanstraat 116 in Antwerpen.
Gehuwd met Dubinsky Rosa, geboren op 19 maart 1915 in Londen.
Hun kinderen:
Suzanne Weisz, geboren op 23 augustus 1953 in Antwerpen
Jack Weisz, geboren op 5 september 1951 te Stoke-Newington
E-mail: jonath_weinberger@hotmail.com