“Negen leden van de wetenschappelijke raad van Kazerne Dossin – Museum, Memoriaal en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten hebben ontslag genomen. Zij hebben deze stap gezet uit onvrede over de opstelling van de Raad van Bestuur van Kazerne Dossin, met name het Dagelijks Bestuur. Vooral de weigering om aan Brigitte Herremans de vredesprijs van Pax Christi te laten uitreiken in de Kazerne Dossin vinden deze negen leden onaanvaardbaar. Toch was het minder evident om aan deze dame  een prijs uit te reiken op de plaats waar 25.000 Joden uit België zijn gedeporteerd om in vernietigingskampen te worden vermoord, gezien haar politiek gekleurde berichtgeving over het conflict tussen Israël en de Palestijnen” aldus prof. Klaas Smelik, de autoriteit omtrent antisemitisme in het Nederlandse taalgebied en ereprofessor van de Gentse Universiteit.

Hij merkt op dat: “De indruk kan niet worden vermeden dat door juist op deze Joodse gedenkplaats genoemde prijs uit te reiken Pax Christi zich aansloot bij een algemene tendens om de Palestijnen als slachtoffers van de Joodse staat te schilderen, waarbij het lot van de Joden tijdens het Derde Rijk ter vergelijking wordt aangevoerd. Zo hebben nabestaanden het in elk geval aangevoeld. Het was daarom een wijs besluit om in deze delicate materie geen politiek statement te maken, zoals door Pax Christi bedoeld, en de prijsuitreiking elders te laten plaatsvinden. Het zou natuurlijk beter zijn geweest om dit alles niet op het laatste nippertje te besluiten, zoals nu is geschied.

Hetzelfde liedje in Nederland 

Ook bij onze Noorderburen werden er pogingen ondernomen om tijdens herdenkingen en in herinneringscentra zaken binnen te brengen die een sereen beschouwen uitermate bemoeilijken. Prof. Smelik liet daarover aan  onze redactie weten dat “Het achterliggende probleem, dat bijvoorbeeld ook rondom het Herinneringscentrum Kamp Westerbork in Nederland vorig jaar voor de nodige commotie heeft gezorgd, is dat men actuele problematiek wil koppelen aan het herdenken van de slachtoffers van de Sjoa. Aangezien de Sjoa een unieke gebeurtenis was, niet vergelijkbaar met enige andere genocide, zorgt een dergelijke koppeling onvermijdelijk voor problemen. Wie iedereen wil gedenken, gedenkt in feite niemand. Een herdenkingscentrum vraagt om historische distantie, mensenrechten om een politieke keuze” aldus Smelik die besluit met

“Het zou beter zijn om dit cruciale verschil in de doelstelling van Kazerne Dossin – Museum, Memoriaal en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten te verdisconteren. Men zou op deze wijze een herhaling van deze betreurenswaardige conflicten kunnen voorkomen en de nodige sereniteit voor deze Joodse herdenkingsplek kunnen garanderen”.