Nederlandse minister Buitenlandse Zaken: ‘Israel is een droom die nu geleefd moet worden’

Minister Verhagen tijdens een recent bezoek aan Haifa

“Bij een verjaardag horen felicitaties. Die spreek ik van harte uit. Bij een verjaardag hoort ook taart. Die staat buiten op ons te wachten, heb ik begrepen, en ik heb ook gehoord dat het hele lekkere taart is, helemaal uit Brussel. Èn bij een verjaardag horen cadeaus. Ik weet dat de Stichting Collectieve Actie Israël die cadeaus graag in ontvangst neemt. Zodat zij met uw giften weer goede dingen kunnen doen in Israël, zoals u van ze gewend bent. Ik nodig u dan ook graag uit gul te geven vanavond. Zodat de jarige flink in het zonnetje wordt gezet. Happy birthday en hartelijk dank.”

Viering 62 jaar Israël. Speech van Minister Verhagen op 19 april 2010, op de viering van de 62e onafhankelijkheidsdag van Israel, georganiseerd door Collectieve Israël Actie in de RAI te Amsterdam
Er is geen beter alternatief dan de tweestatenoplossing en die oplossing zou er dan ook zo snel mogelijk moeten komen, óók in Israëls belang. De hele internationale gemeenschap moet uitstralen dat ze als één man achter een vredesakkoord staat, en er ook alles aan zal doen om zo’n akkoord te laten welslagen. De Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland, China, de Arabische landen, iederéén. Dat is ook de boodschap waarmee ik volgende week naar Washington zal afreizen, als ik spreek voor de American Jewish Committee.
Een hele goede avond dames en heren,

En hartelijk dank, Ruben Troostwijk, voor de warme woorden aan mijn adres. Ik wil de Stichting Collectieve Israël Actie van harte bedanken voor de uitnodiging hier vanavond te spreken. Ik vind het fantastisch om met u de 62e verjaardag van Israël te vieren. Want dat het een feest is, dat gevierd moet worden, dat staat voor mij vast. De staat Israël werd gebouwd op een droom: een droom die al vóór de verschrikkingen van de Shoah vorm aannam, maar die pas na de Tweede Wereldoorlog echt gerealiseerd kon worden. Het is een droom die Joden op de been heeft gehouden in hun meest wanhopige momenten; een droom die het Joodse volk nòg steviger omarmde toen de dageraad eindelijk aanbrak. Toen David Ben-Gurion Israël’s onafhankelijkheid uitriep, op 14 mei 1948, was het niet zomaar een staat die in het leven werd geroepen: het was een Joodse staat, en zij was de verwezenlijking van de lang gekoesterde hoop op de thuiskomst van een heel volk. Ik voel mij verbonden met dat volk en met de staat Israël, juist ook vanwege die ontstaansgeschiedenis. Israël is een droom die nu geleefd mag worden.

Ik wil dat hier nog maar eens hardop gezegd hebben. Zeker omdat het bestaansrecht van Israël nog steeds niet door iedereen wordt erkend. Sterker nog, dat bestaansrecht wordt zelfs openlijk ontkend. De president van Iran, die geen gelegenheid onbenut laat om te zeggen dat er geen plaats is voor Israël, dat Israël van de kaart moet worden geveegd. Je zou willen dat je dat terzijde kon schuiven als verwerpelijke ideeën van iemand die er niet toe doet. Maar het gaat hier om de president van een land dat bezig is zijn nucleaire ambities uit te bouwen. Een land dat terroristische groeperingen steunt. Een land dat zijn eigen burgers het recht op vrije meningsuiting en godsdienstvrijheid ontneemt, en hard ingrijpt wanneer die burgers de straat op gaan en opkomen voor hun rechten. Dit Iraanse regime is een gevaar voor Israël. Het is een gevaar voor Israël’s buurlanden. Het is een gevaar voor de hele wereld. Het is ook een gevaar voor zijn eigen inwoners, wier mensenrechten op grove wijze worden geschonden. Ik vind dan ook dat Iran, zo lang het de mensenrechten op dergelijke grove wijze schendt, geen plek in de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties verdient. De internationale gemeenschap moet Iran blijven aanzetten tot het nakomen van zijn verplichtingen. De weg van de dialoog is open, maar om Iran zover te brengen, moeten we ook de druk opvoeren door middel van sancties – liefst via de VN Veiligheidsraad, maar als er geen straffe sancties komen vanuit de Veiligheidsraad, dan als Europese Unie en Verenigde Staten alléén. Tegelijkertijd moeten we de hervormingsgezinde, democratische krachten in de Iraanse samenleving steunen. Dat doet Nederland ook, daar werk ik aan. We mogen er nooit van uit gaan dat het allemaal wel mee zal vallen met die kernwapens, en dat het allemaal maar populistische praat is, wat Ahmedijenad te berde brengt over Israël. In de straten van Teheran hebben we gezien waartoe dit regime in staat is.

Maar ook dichterbij huis gebeuren dingen die mij grote zorgen baren. Ook in ons eigen land. Vorige maand stelde het Meldpunt Discriminatie Internet in zijn jaarverslag over 2009 dat de helft van alle gevallen van internetdiscriminatie, antisemitisch van aard is. Waar andere categorieën meldingen gekrompen waren ten opzichte van voorgaande jaren, stegen de antisemitische uitingen op internet juist. En, zo stelde het Meldpunt, “het antisemitisme lijkt zich te verbreden. Veel vaker dan voorheen worden antisemitische uitingen aangetroffen op mainstream interactieve websites.”   Ik weet er alles van, want als ik zelf wel eens blog, of een opiniestuk op het internet plaats, dan schrik je van het soort reacties dat daarop binnenkomt. Sowieso is het algemene taalgebruik al van een bedroevend laag niveau, maar de anti-joodse geluiden die je soms terugleest gaan beduidend verder dan het uitoefenen van gezonde kritiek, hetgeen ieder natuurlijk vrij staat. Ik schroom zelf ook niet om kritiek te uiten op Israël, als daartoe aanleiding is. De voortzetting van het nederzettingenbeleid is zo’n heikel punt, dat ik keer op keer aan de kaak stel bij de Israëlische autoriteiten. Ik zal nooit zeggen dat Israël van alle kritiek ontheven is, en het gaat mij er helemaal niet om critici van Israël de mond te snoeren. Maar ik heb wel groot bezwaar tegen het automatisme waarmee die kritiek vaak wordt geleverd: in de Verenigde Naties, maar ook, steeds meer, in de Nederlandse politiek. Alsof alles wat Israël doet of zegt per definitie in een kwaad daglicht wordt gesteld. Alsof Israël geen legitieme zorgen zou hebben over zijn veiligheid. Alsof Israël niet nog steeds wordt bedreigd. En dan komen dit soort reacties op het internet er nog eens bovenop. Die hebben niets meer te maken met gerechtvaardigde kritiek. In deze reacties sluipt een bepaalde toonzetting die echt ongepast is en waar ik niet zomaar mijn schouders over kan ophalen. Ik vind het ernstig.

Het Europees Agentschap voor de Grondrechten rapporteert dat het afgelopen jaar overal in Europa racisme en antisemitisme zijn toegenomen.  In Hongarije trok de extreemrechtse Jobbik partij bij de afgelopen verkiezingen 16,7% van de stemmen. Een partij die zich openlijk tegen joden en Roma en Sinti richt spreekt kennelijk zo tot de verbeelding van het Hongaarse volk, dat het nu de derde grootste partij van het land is. Buitengewoon zorgwekkend, net zozeer als alle uitspraken die tegen één bepaalde bevolkingsgroep zijn gericht. Ook in Nederland hebben we tot mijn grote spijt en ongenoegen partijen die zich daaraan schuldig maken! Nietszeggende generalisaties zetten alleen maar aan tot haat en onrust in een samenleving, in Nederland net zo goed als in Hongarije of waar dan ook.

Advertentie

We zouden daar ook in ons onderwijs meer bij stil moeten staan. Mensenrechteneducatie mag geen ondergeschoven kindje zijn in deze tijden. Kinderen moet niet alleen de feiten van de geschiedenis worden bijgebracht, zij moeten ook leren wat de intrinsieke waarde is van een mens, van ieder mens, wat mensenrechten zijn en waarom deze fundamenteel zijn en voor iedereen gelden – en niet alleen voor de groep waar ze zelf toevallig toe behoren. Als kinderen dat begrijpen, dat zijzelf, vrouwen, mannen, homo’s, joden, moslims, christenen en ongelovigen, wie dan ook, allemaal gelijkwaardig zijn, dan ontwikkelen ze ook een beter gevoel voor de geschiedenis, daar ben ik van overtuigd. Dan blijft het niet alleen bij koude feiten, maar dan zullen ze ook hun hart laten spreken, en begrijpen waarom we discriminatie en schendingen van mensenrechten nooit over onze kant mogen laten gaan. Dan werk je samen aan een ander klimaat. Een klimaat waarin voor een afzwakking of een ontkenning van de Holocaust geen plaats is, maar een klimaat waarin verschillende bevolkingsgroepen samen werken aan een gezamenlijke toekomst. Vanuit de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking geven we hier ook vorm aan, bijvoorbeeld door mensenrechteneducatie en Holocaust-bewustzijn te integreren in het curriculum van de VN-scholen die in Gaza het onderwijs verzorgen.

We zouden veel meer vanuit de gezamenlijkheid moeten redeneren en uitgaan van de waarden en grondrechten die we allemaal delen. Dat is mijn overtuiging, en voor zo’n samenleving wil ik me sterk maken. In Nederland, in Europa, in het Midden-Oosten. Ik streef naar een wereld waarin mensen samen leven op basis van gemeenschappelijke waarden die door iedereen worden gerespecteerd. Waar mensenrechten het bindmiddel vormen. Daar past geen racisme, antisemitisme of discriminatie bij! We moeten samen opbouwen, niet afbreken!

Dat geldt ook voor het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen. Kritiek alleen brengt niemand terug aan de onderhandelingstafel, en dat is nu juist wat zo nodig is. Alle inspanningen zouden gericht moeten zijn op een hervatting van de besprekingen. Uiteindelijk is een alomvattend vredesakkoord de enige manier waarop de droom van Israël realiteit kan blijven. Zonder zo’n akkoord, dat voorziet in de oprichting van een Palestijnse staat naast de Joodse staat, zal het Joodse karakter van Israël onherroepelijk worden aangetast. Dan dreigt het Joodse volk de minderheid te worden in zijn land. Er is geen beter alternatief dan de tweestatenoplossing en die oplossing zou er dan ook zo snel mogelijk moeten komen, óók in Israëls belang. De hele internationale gemeenschap moet uitstralen dat ze als één man achter een vredesakkoord staat, en er ook alles aan zal doen om zo’n akkoord te laten welslagen. De Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland, China, de Arabische landen, iederéén. Dat is ook de boodschap waarmee ik volgende week naar Washington zal afreizen, als ik spreek voor de American Jewish Committee.

Dames en heren,

Ik draag Israël een warm toe. Ik ben er al vaak geweest en ik hoop er nog vaak te komen. In de afgelopen drie jaar heb ik zo goed als ik kon geprobeerd vorm te geven aan de actieve betrokkenheid van Nederland bij het Midden-Oosten vredesproces, om een blijvende en bevredigende oplossing dichterbij te brengen. Ik zal dat ook altijd blijven doen, daarvoor gaat het onderwerp me te zeer aan het hart.

Bij een verjaardag horen felicitaties. Die spreek ik van harte uit. Bij een verjaardag hoort ook taart. Die staat buiten op ons te wachten, heb ik begrepen, en ik heb ook gehoord dat het hele lekkere taart is, helemaal uit Brussel. Èn bij een verjaardag horen cadeaus. Ik weet dat de Stichting Collectieve Actie Israël die cadeaus graag in ontvangst neemt. Zodat zij met uw giften weer goede dingen kunnen doen in Israël, zoals u van ze gewend bent. Ik nodig u dan ook graag uit gul te geven vanavond. Zodat de jarige flink in het zonnetje wordt gezet.

Happy birthday en hartelijk dank.