Premier verdedigt wetgeving die boycot van Israël wil aanpakken

Premier Netanyahu verdedigde de wet die Israëlische producten moet beschermen van boycotacties

“De boycotwet is het resultaat van een democratisch proces in een democratische staat en ontsiert geenszins het imago van Israël”, aldus eerte minister Benjamin Netanyahu afgelopen woensdag, tijdens zijn eerste publieke optreden voor de Knesset, na de goedkeuring van de controversiële wet op maandag.

De wet laat enerzijds toe dat burgers klacht kunnen indienen tegen organisaties en personen die oproepen om Israël, of bepaalde gebieden in Israël, te boycotten en verbiedt anderzijds dat de regering zulke organisaties verder subsidies verleent.

“Wat het imago van Israël wel schaadt zijn de roekeloze en onverantwoorde aanvallen tegen het goede recht van een belaagde democratie om te beslissen wat wel en niet aanvaardbaar is”, aldus Netanyahu. Hij voegde er aan toe dat hij bij de stemming weliswaar niet aanwezig was maar dat hij de wet niettemin volop steunde.

“Het moet voor iedereen duidelijk zijn: ik keur deze wet goed.”, sprak hij “Mocht ik er niet mijn schouders onder gezet hebben, de wet was nooit goedgekeurd. Ik ben tegen het boycotten van de Joodse staat.”

Ondertussen hebben 32 rechtsprofessoren van verschillende universiteiten en hogescholen een petitie overhandigd aan justitieminister Yehuda Weinstein, waarin ze categorisch stellen dat de boycotwet ongrondwettelijk is en de politieke vrijheid en de vrijheid van meningsuiting ernstig beknot.

Advertentie

Ook oppositieleider Tzipi Livni van de politieke partij Kadima gaf donderdag kritiek op de regering van eerste minister Benjamin Netanyahu en voorspelde dat de regeringspolitiek zal leiden tot niet alleen het verderzetten van de boycot van producten uit de nederzettingen maar ook van producten gemaakt binnen de zogenaamde Groene Lijn.

Na klachten van ngo’s zal nu het Israëlisch Hooggerechtshof moeten oordelen of de wet grondwettelijk is of niet, een taak die in ons land weggelegd is voor de Raad van State.