Antwerpse Joodse gemeenschap wil Thorarol terug

Thorarol in de Erfoedbibliotheek (foto: GVA)

Tijdens de oorlogsjaren werden Antwerpse synagogen in 1941 door nazi-collaborateurs vernield onder het goedkeurend oog van de bezetter en van Antwerpse politieagenten. De gebedsboeken en Thorarollen werden op straat in brand gestoken. Nu is één thorarol opgedoken in het Archief van de Erfgoed bibliotheek.

Opperrabbijn Lieberman heeft volgende brief aan schepen Ludo van Campenhout en aan het schepencollege gericht met de vraag om de heilige rol terug te krijgen. Hieronder een kopie van dit schrijven en een van opiniestuk een promineten stem binnen de Joodse gemeenschap, André Gantman, die scherp reageert op het getreuzel van de stad in deze zaak.

Geachte,

Wij hebben vernomen dat de Erfgoedbibliotheek, op het Hendrik Conscienceplein 4 in Antwerpen, een Joodse handgeschreven thorarol (Bijbel) in hun archieven heeft. De oorsprong van deze thora is afkomstig van iemand, lid van onze gemeenschap, die deze heilige Schrift tijdens de oorlog in de bibliotheek heeft afgegeven om het te redden van het nazi-geweld, die in deze periode in Antwerpen heerste. Het is alom bekend dat enkel synagogen en Joodse instellingen thorarollen in hun bezit hebben. Wij zijn ervan overtuigd dat deze thora het eigendom was van de Joodse Gemeente van Antwerpen.

Als vriend van onze gemeenschap zouden wij u graag om medewerking vragen om ons dit heilige Schrift terug te bezorgen, zodat deze juist gerestaureerd kan worden na deze lange periode. Het is onze plicht deze heilige Geschriften in de originele glorie terug te bezorgen en daarna met de nodige luister en eerbetoon, zeker ook aan alle instanties die ons behulpzaam waren, terug aan de synagoge te schenken.

Advertentie

U zult kunnen begrijpen dat wij verheugd zijn, dat tenminste nog één thorarol uit handen van de Duitse bezetter is gebleven en niet op de brandstapel tot as is geworden. Het zou ons echter ultieme voldoening geven om deze thora weer te kunnen gebruiken in ere van zovelen, die de Holocaust niet hebben overleefd.

Wij vragen u beleefd aandacht te willen schenken aan ons schrijven en wachten uw positieve reactie graag af.
Met de meeste hoogachting,
D. M. Lieberman, opperrabbijn

Opinie: André Gantman

Recent werd een Thorarol in de Erfgoed bibliotheek, gevestigd aan het Conscienceplein, teruggevonden. Iemand had in de oorlogsjaren op gevaar voor zijn eigen leven de moed en de durf gehad om deze Thorarol van de allesvernietigende vlammen te redden en deze in veiligheid te brengen in de stadsbibliotheek.

Artikel 1949 van het Burgerlijk Wetboek is overduidelijk als het gaat om een bewaargeving uit noodzaak: “Bewaargeving uit noodzaak is de bewaargeving waartoe men wordt gedwongen door enig ongeval, brand, instorting, plundering, schipbreuk of een andere onvoorziene gebeurtenis”. Deze vallen dus niet onder de reguliere gevonden voorwerpen of voorwerpen zonder eigenaar die bezit worden van de gemeente.

Het staat vast dat in deze aangelegenheid voornoemd wetsartikel zonder meer van toepassing is; derhalve heeft het stadsbestuur geen enkele valabele juridische argumentatie om te talmen met de teruggave van de Thorarol.

Daarenboven is het de morele plicht van het stadsbestuur gevolg te geven aan het verzoek van opperrabbijn Lieberman die per brief van 9 september 2011 om die teruggave heeft gevraagd.

Advertentie

Schepen Ludo Van Capmpenhout heeft onmiddellijk zijn instemming betuigd met verzoek van de opperrabbijn, terwijl schepen Heylen een tergend weifelende houding aan de dag heeft gelegd, zoals mag blijken uit zijn reactie aan de krant Gazet Van Antwerpen (lees hier).

Hij aarzelt niet naar nepargumentatie te grijpen zoals “de staat van de rol” goed wetende dat er binnen de schoot van de Joodse gemeenschap deskundigen bij uitstek bekwaam zijn om de Thorarol te herstellen.

Ik wens schepen Heylen en het College eraan herinneren dat burgemeester Janssens in oktober 2007 zijn excuses aan de Joodse gemeenschap heeft aangeboden voor vijandige, ja zelfs criminele daden die jegens zijn diensten tijdens de Wereldoorlog werden gesteld. Wel, het College heeft nu een kans om te bewijzen dat het niet om inhoudsloze woorden ging.

De auteur van dit stuk is voormalig voorzitter van de Joodse Organisatie B’nai B’rith Antwerpen en gewezen Open-VLD schepen. Hij is ook auteur van verschillende boeken waaronder ‘Jood zijn is een avontuur’.