Nieuw stripalbum vertelt hoe studenten tijdens de oorlog een Jodentransport stopten
Op 19 april 1943 werd, ergens tussen Boortmeerbeek en Haacht, een trein vol Joodse gedeporteerden richting Auschwitz tot stilstand gebracht door drie jonge, Brusselse verzetsstrijders. Het relaas vormde de inspiratie voor het aangrijpende striptweeluik ‘Het konvooi’.
“Ik heb het verleden de rug toegekeerd, maar ik ben het nooit vergeten. Ik wou leven voor het heden en de toekomst, voor het optimisme, de vreugde en de vriendschap. Ik wou slagen in mijn leven uit respect voor mijn ouders. Pas veel later heb ik de stilte doorbroken. Om de negationisten, die beweren dat het nooit bestaan heeft, dat er nooit gaskamers, verbrandingsovens en massamoorden zijn geweest, het zwijgen op te leggen. Ik wou dat ze gelijk hadden, dan zou ik mijn familie behouden hebben…”. Het is Simon Gronowski aan het woord, die middels een inleiding het eerste deel van het striptweeluik Het konvooi van tekst en uitleg voorziet.
Simon was elf toen hij in de Gestapokelder op de Brusselse Louizalaan werd gesmeten, vervolgens werd opgesloten in de Mechelse Dossinkazerne en uiteindelijk belandde in de beestenwagon van het Twintigste Konvooi, waarop de zonet verschenen strip zich baseerde. Het was zijn getuigenis die de Belgische scenarist Kid Toussaint (31) zo’n twee jaar geleden via een korte documentaire op de RTBF had opgepikt. “Het voorval van dat laatste konvooi werd er op amper twee of drie minuten doorgejaagd, maar ik was onthutst. Ik had er nog nooit van gehoord, terwijl ik toch veel lees en me informeer over historische feiten. “Toussaint ging op zoek naar verhaalstof bij Gronowski, die jarenlang had gezwegen, totdat hij in 2005 zijn verhaal in het boek L’enfant du 20e convoi liet optekenen. Later ging de jonge Belgische scenarist zich ook documenteren bij het Joods Museum van Deportatie en Verzet in Mechelen, oftewel de voormalige Dossinkazerne.
“Ik ben helemaal niet zo geïnteresseerd in oorlogsstrips of de Tweede Wereldoorlog op zich”, zegt Toussaint. “Maar het fascineerde me dat in de hele geschiedenis van die oorlog slechts één keer een trein met Jodentransport is aangevallen. En laat dat nu uitgerekend in België zijn. Dat is toch wel iets om trots op te zijn. Maar je hoorde er zeer weinig over, of weinig uitgebreid. Ik was echt verbijsterd toen ik hoorde dat veel Belgen dit streepje geschiedenis niet kenden. Mensen moeten dit weten, vind ik”.
Wat hem en zijn Spaanse tekenaar Beroy evenzeer hadden getriggerd om het verhaal in stripvorm te vertellen, waren recente Europese onderzoeken die aantoonden dat zelfs in Duitsland heel wat jongeren niet meer wisten wat de Holocaust precies inhield, dat ze de impact ervan ontkenden of dat het antisemitisme bij hen toenam.
Advertentie
Anti-Joodse waanzin
Beroy: “Verschrikkelijk. In Spanje wees onderzoek net hetzelfde uit. Jonge mensen kennen de geschiedenis nog wel, maar ze twijfelen over de juiste historische context, omschrijven het als overdreven of beweren openlijk dat Joden profiteurs zijn. Ken je het boek The Protocols of the Elders of Zion? Dat verscheen in 1903 in Rusland als een antisemitisch pamflet tegen de Joden, als zouden die een poging ondernemen tot werelddominantie. De hele wereld ging daarin mee, zoals de Amerikaanse autobouwer Henry Ford, die er in 1920 zelfs 500.000 copies van in omloop bracht. Waanzin! In bepaalde Duitse kringen ging dat boek door als een soort van waarheid. Men geloofde die onzin echt. Dat is toch onvoorstelbaar. Ik hoorde onlangs dat het werk momenteel ‒ ruim honderd jaar na verschijnen ‒ in verscheidene moslimlanden uitgebracht wordt. Kijk, zoiets is een argument om er tegen te reageren”.
Toussaint en Beroy hebben met Het konvooi echter geen authentiek verhaal willen schrijven. De aanval op het transport was voor hen slechts een inspiratiebron. “Goh, ik wilde gewoon geen gevangene zijn van de realiteit”, beaamt Toussaint. “Ik heb de datum van die aanval veranderd en in ons verhaal is ook niet duidelijk dat het om het Twintigste Konvooi gaat. Ik denk dat ik wilde vermijden dat men zou zeggen dat het niet authentiek genoeg was, en bovendien gaan we in onze strip ook dieper in op andere hoofdpersonages. Het Twintigste Konvooi dient als rode draad om het standpunt te tonen van een Joodse gedeporteerde, een lid van het verzet alsook een Duitser. Ik vond het belangrijk ook die laatste zijn zeg te laten doen, want het is zelden dat in een verhaal als dit ook diens standpunt en levensverhaal aandacht krijgt. Het klopt dat de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog enorm wreed konden zijn, maar zo waren ze niet allemaal. Het huidige Duitsland gaat nog steeds gebukt onder zijn aandeel in de oorlog. Er waren ook goede mensen die verstrikt raakten in deze enge geschiedenis”.
Vals rood licht
Het eerste deel van Het Konvooi focust vooral op de drie protagonisten, de aanval op de beestenwagon komt er amper in voor, laat staan hoe die aanval gebeurde. “Dat denk je maar”, corrigeert Toussaint. “Het allerlaatste plaatje in dit eerste deel toont aan hoe de trein stopt voor een rood licht. Een vals rood licht, welteverstaan, maar dat weet je als lezer nog niet. Het werd aangebracht door drie studenten van de ULB, onder wie één Jood. Ze waren overeengekomen dat er iets moest gebeuren en stapten met hun idee naar het Brusselse verzet, maar daar wilde men niet meegaan in hun plan. Het drietal was daar zo boos over, dat ze besloten zelf actie te ondernemen, ook al wisten ze dat ze sterk in de minderheid waren”.
Officieel zou het drietal meer dan tweehonderd van de zestienhonderd gedeporteerden bevrijden. De manier waarop ze daarbij het commando van de Sicherheitspolizei omzeilden, en de gevolgen van hun actie, worden beschreven in het tweede deel, dat in augustus in de rekken ligt. Bij Manteau verschijnt deze maand het boek Het XXste transport naar Auschwitz van Mark Van den Wijngaert en Marc Michiels, waarin het transport uitvoeriger en in zijn historische context wordt beschreven. Het Konvooi van Beroy en Kid Toussaint verschijnt bij Casterman, 48 p, 6,60 euro en kan je hier bestellen.
Deze bijdrage is eerder verschenen in De Morgen en werd met toestemming overgenomen in Joods Actueel.