Geboorten in Israël, door de ogen van een Vlaamse fotografe
“Israël is een goede plek om geboren te worden”, aldus Lieve Blancquaert, “Joodse en Arabische kinderen worden er op dezelfde plaats, met dezelfde medische zorgen en met evenveel liefde en toewijding op de wereld gezet.”
Lieve Schacht
“We worden allemaal op dezelfde manier geboren, maar alles verandert op het moment dat we onze eerste adem uitstoten. De manier waarop een kind ter wereld komt, is een spiegel van de maatschappij en de plek waar onze wieg staat, bepaalt onze toekomst. Dat fascineert mij en daarom ben ik de wereld rondgetrokken en heb ik aan moeders en vaders gevraagd waarom zij voor kinderen kiezen”, aldus fotografe Lieve Blancquaert.
Ze werkte twee jaar aan Birth Day, een multimediaal project. Het resultaat is een prachtige televisiedocumentaire, een interessant boek en een mooie fototentoonstelling. Het team trok naar veertien totaal verschillende landen, verspreid over alle continenten om er geboortes bij te wonen. Eén van de bezochte landen was Israël. Daar was Blancquaert met haar ploeg te gast in het openbaar ziekenhuis Baruch Podeh in Tiberias. De documentaire daarover was eind vorig jaar te zien op één (VRT). Blancquaert volgde er Nourit, een vroedvrouw met achtendertig dienstjaren op de teller. Doorheen de uitzending valt Blancquaert van de ene verbazing in de andere. Ze staat ervan versteld dat er zowel Joodse als Arabische dokters en verpleegkundigen zijn en dat Arabische baby’s broederlijk naast de Joodse in de couveuse liggen.
Advertentie
Bij een rondleiding in het gebouw volgt een tweede verrassing voor het Belgische team. De operatiezaal is zo beveiligd dat er zelfs in een oorlogssituatie verder kan gewerkt worden. Door de installatie van een luchtverversingsinstallatie in één van de kelders kan er zelfs doorgewerkt worden in het geval van een chemische oorlog. Niet onbelangrijk natuurlijk in Tiberias, met Syrië als buurland. “Tijdens de Libanese oorlog (2006) vielen er raketten in de regio”, zo legde de ziekenhuisdirecteur uit aan Blancquaert, “daarom waren wij toen verplicht om de patiënten en de kinderen in veiligheid te brengen. Daarna zijn de nodige aanpassingen gebeurd.”
Wanneer de dienst erop zit, is Blancquaert te gast bij vroedvrouw Nourit in kibboets Lavi. Hier wonen 160 families. Ook in kibboets Lavi zijn de plaatsen waar de kinderen opgevangen worden super beveiligd. Blancquaert: “Het lijkt wel alsof ik mijn beeld over Israël moet herzien. Het enge beeld van geweld klopt hier niet.”
In Baruch Padeh Medical Center is iedereen welkom: Jood, christen, moslim, Israëli en Palestijn. Binnen de muren van het ziekenhuis is iedereen gelijk.” (Lieve Blancquaert)
In het boek kan de auteur de informatie verder uitdiepen en is er plaats voor haar emoties. In een heel ontwapenende stijl geeft Blancquaert de lezer inzage in haar diepste gevoelens. Ze is zich bewust van haar vooroordelen en ze is niet te beroerd om die te benoemen. Dat laat haar toe om die vooroordelen te overstijgen. “Ik ga mijn ogen en mijn geest even open trachten te houden als mijn lens”, neemt ze zich voor bij haar vertrek naar Tiberias. Daarin slaagt de getrainde beroepsfotografe wonderwel.
Blancquaert werkt zeer empathisch en ze beheerst de kunst van het vragen stellen. Ze kan ook goed luisteren. Als moeder kan ze zich bovendien goed inleven in de gevoelens van de kersverse mama’s. Het resultaat is een beklijvende tekst die de sfeer waarin het kind verwelkomd wordt, vlijmscherp analyseert. “Waarom wil je zoveel kinderen?”, vraagt ze aan een Joodse vrouw die op het punt staat te bevallen van haar vierde kind. “Mijn oma was de enige van mijn familie die niet werd vermoord tijdens de Holocaust. Zij is hierheen gekomen en haar hele leven heeft ze tegen me gezegd dat de enige manier om die oorlog te winnen erin bestond om ons te blijven voortplanten.” Het antwoord raakt Blancquaert in al haar vezels. Ze ziet het als de uiting van een Joodse overlevingsstrategie. Daarbij wordt uit het enorme verdriet om het onmetelijke verlies een niet te evenaren wilskracht geput en een ontembare drang naar leven.
In de kraaminrichting ziet Blancquaert kersverse Arabische en Joodse moeders naast elkaar met hun pasgeboren baby’s omgaan en lachen. Vroedvrouwen omhelzen de pas bevallen moeders als waren het zussen die op bezoek komen. Dokters worden met hun voornaam aangesproken. Er heerst een warme en intieme sfeer, het voelt bij Blancquaert aan als een veilige cocon. Ze heeft ook een gesprek met een Arabische dokter die net een keizersnede heeft uitgevoerd bij een Joodse vrouw. “Ik ben hier geboren en heb nooit anders gekend. Ja, ik ben moslima, maar niemand heeft daar ooit een probleem van gemaakt. Nu is het Ramadan en iedereen respecteert mijn beslissing om te vasten. Nooit kreeg ik opmerkingen of word ik anders behandeld.”
Blancquaert krijgt ook de toelating om de bevalling van een tweeling bij te wonen bij een Arabische vrouw. Hier is een Joodse dokter aan het werk. De vrouw krijgt een epidurale verdoving. De dokter begint spontaan de benen van de vrouw in te pakken. Dit gebeurt met katoenen “beenzakken”, die speciaal ontworpen zijn voor vrouwen die hun benen niet willen tonen tijdens de bevalling. Blancquaert wil weten waarom hij dat doet. “Straks is ze versuft door de verdoving en de bevalling en kan ze waarschijnlijk niet meer voor zichzelf opkomen. Ik wil haar beschermen”, aldus de dokter. Zoveel respect ontroert Lieve Blancquaert.
“Gelijk loon voor iedereen, geen rang of stand en gratis dienstverlening. Dit is het leven in een kibboets”
Kibboets Lavi is een religieuze kibboets, die in 1949 opgericht werd door de Britse afdeling van Bnei Akiva, een religieus- zionistische jeugdbeweging. Een groot aantal van deze oprichters was in Groot- Brittannië beland met het ‘Kindertransport’. Dit was een grootscheepse reddingsoperatie waardoor 10.000 Joodse kinderen uit Duitsland na de Kristallnacht (1938) in Engeland werden opgevangen. Kibboets Lavi heeft een schrijnwerkerij die meubels maakt voor synagogen. Daarnaast wordt er aan landbouw gedaan en is er een toeristisch hotel. In de kibboets is privébezit afgeschaft en is er geen onderscheid in rang of stand. Afhankelijk van de gezinssituatie verdient iedereen evenveel. Er zijn scholen en gemeenschappelijke auto’s, maar ook grote schuilkelders. Er is een medische dienst, een kinderopvang, een refter waar de inwoners gratis kunnen eten en een supermarkt. In de wasserette brengen de bewoners hun vuile was en krijgen ze alles netjes gewassen en gestreken terug. “Waarom is zoiets bij ons niet mogelijk?”, vraagt Blancquaert zich af. Hier tempert vroedvrouw Nourit, Blancquaerts enthousiasme want het leven in een collectieve gemeenschap heeft ook zijn schaduwkanten. Gemiddeld vijf van de zeven jongeren blijven niet in de kibboets. Ze willen de wereld verkennen, naar de stad trekken of carrière maken.
MEER DAN EEN FOTOBOEK
Advertentie
Blancquaert bezocht naast Israël ook nog dertien andere landen. Ze wordt er, meer dan haar lief is, vaak met de neus op minder aangename feiten gedrukt. Op sommige plaatsen ontbreekt de meest elementaire medische zorg. Een doodgeboren kind voor de lens is heel confronterend, niet alleen voor de fotografe. Blancquaert laat wanhopige moeders aan het woord en toont schrijnende armoede. Daarnaast is er de materniteit van Koeweit die eruit ziet als een vijfsterrenhotel. Een schitterende locatie, maar de sfeer is er zeer afstandelijk. De baby’s worden er onmiddellijk na de geboorte in een aparte ruimte gelegd. De moeders kunnen vanop een scherm toekijken hoe de zorg in handen genomen wordt door Filipijnse verpleegsters. In Israël worden alle baby’s in goede omstandigheden op de wereld gebracht in een kindvriendelijke en veilige atmosfeer.
Wie regelmatig naar Israël reist, weet hoe kindvriendelijk het land is en hoe belangrijk het thema van de veiligheid er is.
Lieve Blancquaert heeft woord gehouden. Ze hield haar ogen en haar geest inderdaad even open als haar lens, zoals ze zich voor haar vertrek voorgenomen had. Daardoor kreeg ze een glimp van het ‘leven van elke dag’ in Israël. Ze maakte er een hele mooie reportage van. Het hoofdstuk over Israël in haar boek overstijgt de meest verspreide clichés over Israël en ‘de Joden’. En natuurlijk maakte ze ook prachtige foto’s.
In gesprek met Lieve BlancquaertJoods Actueel: Hoe heb je de bezochte landen geselecteerd? L. Blancquaert: Een aantal landen werd door ons doelbewust uitgekozen, bijvoorbeeld China, omwille van de één-kind politiek. Naar Indië wilden we gaan omdat meisjes er zo ongewenst zijn. Groenland kozen we als dunst bevolkte land ter wereld. De andere landen hebben we min of meer intuïtief uitgekozen. Het was helemaal mijn bedoeling niet om naar Israël te gaan. Maar mijn Antwerpse vriendin Aviva heeft me over de streep getrokken. Zij is een Joodse vroedvrouw. We hadden al heel veel discussies over Israël en de Palestijnen. Ik ben in het verleden een aantal keer naar Palestina gereisd en ik zag er de armoede, de uitzichtloosheid en het leed. Ik had daar nu even geen zin meer in. Sommige van mijn vrienden vroegen zich voor mijn vertrek af of ik me nu ook al had laten omkopen door de zionistische lobby. Na de uitzending heb ik evenwel niets meer van hen gehoord. Joods Actueel: Hoe scoort Israël in vergelijking met andere landen? L. Blancquaert: Israël is zeker een goede plaats om geboren te worden. De sfeer die in de kraaminrichtingen heerst, straalt warmte en intimiteit uit. Tegelijkertijd zijn alle noodzakelijke voorzieningen aanwezig. Het feit dat er totaal geen onderscheid gemaakt wordt tussen de Joodse en niet- Joodse mensen was voor mij een verrassing. Iedereen wordt er respectvol en correct behandeld. Uniek is ook de grote aandacht voor de veiligheid. Men heeft zich op noodgevallen voorzien. Joods Actueel: Wat zal je over Israël / de Joden bijblijven? L. Blancquaert: In Israël komt er bij een geboorte meestal geen dokter aan te pas. De gynaecologen doen alleen de keizersneden en worden er enkel in geval van complicaties bij geroepen. Normaal begeleidt de vroedvrouw de geboorte. Ze hebben de vrijheid om het ritme van de bevallende vrouw te volgen en om de natuur zijn gang te laten gaan. De geboorte verloopt dan ook meestal heel harmonieus. Er wordt minder snel naar epidurale verdoving gegrepen en er wordt weinig geknipt. En er wordt evenmin op de buik geduwd of aan het kind getrokken. De manier waarop de Joodse cultuur met geboorte omgaat, is heel mooi. Voor mijn reis naar Israël zag ik het Jodendom als een beperkende godsdienst, met al die regeltjes. Ik dacht ook dat het leven in Israël overheerst werd door agressie en onverdraagzaamheid. Want dat beeld blijft hangen uit de media. Ik weet nu beter: de realiteit is veel genuanceerder. |