Kanttekeningen bij de derde Gaza Oorlog

Begrafenis van enkele Israëlische slachtoffers

Voormalig ambassadeur en hoofd van de Belgische diplomatie, Mark Geleyn, analyseert het huidig conflict tussen Israël en Hamas, en stelt vast dat deze niet begon op 7 oktober, maar terug gaat tot 2005.

Kanttekeningen bij de derde Gaza Oorlog

Mark Geleyn, 11 november 2023

Op 7 oktober, de dag van Simchat Thorah (vreugde van de Thorah) die de periode van Jom Kipoer afsluit, voerde Hamas een zorgvuldig geplande moordaanval uit op de kibboetzen rond Gaza. De beestigheid van de moordpartij deed niet onder voor de ergste wandaden die Joden tijdens de Shoah hadden ondergaan. Meer dan duizend mannen, vrouwen, kinderen, ouderlingen, werden gemarteld en afgeslacht. 240 werden gegijzeld weggevoerd naar Gaza, vermoedelijk om ze later uit te wisselen tegen terroristen in Israëlische gevangenissen.

Israël moest zich plots realiseren dat zijn bestaan op het spel stond. Met zijn wreedheden zocht Hamas bewust oorlog. En oorlog zou hij krijgen. In Israël, waar de voorbije maanden een hevige politieke strijd woedde, die het land bijna verlamde, werden ogenblikkelijk alle geschillen on hold gezet, werden reservisten opgeroepen, divisies geformeerd, oorlog verklaard. “Er is een tijd van vrede, en er is een tijd van oorlog. Anachnu b’milchama”, verklaarde premie Netanyahu. Israël bleef niets anders meer over dan Gaza binnen te vallen en de Hamas-insfrastructuur te vernietigen. Dat impliceert intense gevechten, waarbij woonblokken vernietigd worden, onschuldige slachtoffers vallen, burgers moeten vluchten in grote ellende. Zoals kon verwacht worden, maakte het internationaal begrip voor het leed dat Israël had getroffen, snel plaats voor scherpe kritiek, voor oproepen tot een staakt het vuren, en tot oproepen om Israël zelf te sanctioneren, te boycotten.

Advertentie

Deze Gaza-oorlog begon niet op 7 oktober, maar gaat terug tot 2005. De regering Sharon ontruimde toen de Israëlische nederzettingen in Gaza, mensen met have en goed, tot en met de zerken van gestorven Joden. De hoop was dat, onder een eigen Palestijns bestuur en financieel gul gesteund door Westerse landen en Arabische oliestaten, Gaza het goed zou doen.

Het draaide anders uit. Verkiezingen gaven Hamas de meerderheid van stemmen. Daarop volgde een burgeroorlog tussen Hamas en Fatah. Fatah-militanten, die in de knieën geschoten waren, werden door Israël opgevangen aan de grensovergang.

Hamas bouwde Gaza om tot één grote oorlogsmachine tegen Israël.

Al 17 jaar lang schiet Hamas raketten op Israëlische steden en kibboetzen, tracht het de grens met Israël gewelddadig te doorbreken, graaft aanvalstunnels en poogt Israëlische burgers te kidnappen.

Al 17 jaar slaat Israël terug, met doelgerichte bommen, met verscherpte grenscontroles, met tijdelijke blokkades, maar zonder de bevelstructuur van Hamas, of het terreursysteem zelf uit te schakelen. Regelmatig het gras maaien, noemden de Israëli’s spottend die politiek die erin bestond het gevaar binnen de perken en op afstand te houden.

Ooit moest er een eind komen aan deze onaanvaardbare situatie. De wreedheden van 7 oktober brachten de realiteit van een existentiële dreiging terug in het bewustzijn van alle Israëli’s. Zij verbraken de illusie dat Israël als een normaal land kon leven. Zij toonden hoe fout de illlusie was dat de Palestijnen zich hadden neergelegd met een sterk Israël.

Waarom beging Hamas deze wreedheden? Wat waren de onderliggende drijfveren?

Advertentie

Ik denk aan drie tactische redenen, en aan één meer fundamentele.

Eerste bedenking: De voorbije twee jaar was de grens met Gaza al bij al tamelijk rustig. Op de Westoever daarentegen was het bijna constant onrustig, met protesten, mes- en autoaanvallen, vaak aangesticht door Hamas trouwens. De Israëli’s concentreerden daarom hun politie en leger op de Westoever. Vanuit Gaza leek geen grote dreiging uit te gaan. Hier ging het waarschijnlijk om een bewust schijnmanoeuver, om de aandacht af te leiden van de voorbereiding voor de overval van 7 oktober.

Tweede bedenking: Sinds december 2022 woedde in Israël een hevige politieke strijd tussen regering en oppositie. De conservatieve regering Netyahu wilde de macht van het liberaal gerichte Oppergerechtshof inperken. Dat gerechtshof beschikt, in tegenstelling tot zowat alle Westerse landen, over zeer vergaande bevoegdheden, die het zich in de loop van de laatste vijftig jaar had toegeëigend, ten koste van de wetgevende macht. De wens om deze situatie recht te trekken werd door velen gedeeld. Maar achter dat juridisch dispuut ging een veel fundamenteler geschil schuil. Het ging erover of Israël een Joodse staat zou zijn, zoals de stichters het wensten, of gewoon een democratie zoals elders in het Westen. Het geschil, dat al jaren smeult, plaatste conservatieven tegenover modernisten, religieuze Joden tegenover seculieren, zionisten tegenover post-zionisten. De liberale oppositie, gesteund door internationale ngo’s en vooral door de Biden administratie, organiseerde massabetogingen, die het land onbestuurbaar dreigden te maken.

De vijanden van Israël, die dit intern conflict aandachtig (en met leedvermaak) volgden, trokken er waarschijnlijk de conclusie uit dat het ogenblik gunstig was voor een gecoordineerde aanval op de Joodse staat. Aan zo’n coordinatie was al gewerkt. In Libanon was in 2021, kort na het aantreden van president Biden, een operatiecentrale Iran-Hezbollah-Hamas opgericht. Vier jaar lang hadden die zich voor Trump gedeisd gehouden, maar nu de democraten de Obama-toenadering tot Iran weer opnamen en aanhoudend scherpe kritiek uitoefenden op Israël, hoefden ze van de VS niets te vrezen.

Die conclusie zou fataal blijken. De schok en de ontsteltenis die na de gruwelen van 7 oktober door het Joodse land trok, was zo pijnlijk, het besef van een existentiële bedreiging zo brutaal evident, dat de ruziemakende partijen in Israël hun dispuut in de koelkast stopten. Het land werd ineens weer één. “Nooit Meer Is Nu” werd de slogan die de gemoedsgesteldheid samenvatte.

Een derde bedenking heeft te maken met de toenadering tussen Israël en de verschillende Arabische staten (Emiraten, Bahrain, Oman, Marokko), de zogenaamde Abraham-akkoorden. Die werd in Ramallah en Gaza met grote huiver gevolgd. Want zelfs met Saoedi Arabië bleken de gesprekken vlot te lopen. Dan is Israël aanvallen en represailles uitlokken, de meest geschikte manier om zo’n toenadering te stoppen. Het is een procedé waarmee de buurlanden van Israël vertrouwd zijn. Assad wist dat al en Saddam Hoessein deed het in 1998. Hamas schijnt er nu – voorlopig althans – in te slagen om Riyadh stil te houden.

Al deze overwegingen hebben waarschijnlijk meegespeeld in de beslissing van Hamas om bewust – en op gruwelijke manier – een oorlog met Israël uit te lokken.

Maar die tactische overwegingen, die mooi passen in de denkprocédé’s van Westerse kanselarijen en think tanks, gaan waarschijnlijk voorbij aan wat Hamas werkelijk drijft. Dat is de ideologie van het militant islamisme. Al die noties zoals bezetting, settlements, apartheid, plus die alom gekoesterde formule van een tweestaten-oplossing, die dienen om de publieke podia in het Westen te masseren. De oorlog met Israël is van een andere orde: die oorlog is totaal. Israël moet van de kaart. “Van de rivier tot aan de zee” is een metafoor voor het vernietigen van Joden. Islamland wordt niet opgegeven. Zoals de kruisvaarders na 200 jaar opkrasten, zo zal Israël ook ooit ophouden te bestaan.

Ik herinner me nog levendig wat premier Menachem Begin met tremolo in de stem aan buitenlandminister Leo Tindemans toevertrouwde, een maand voordat Israël in juni 1982 Libanon binnenviel, na een golf van terreur die vanuit de land over Galilea rolde: “Luister niet naar wat Arabische ministers jullie in het Westen toefluisteren in de beslotenheid van rijke salons. Luister naar wat die Arabische leiders hun eigen volk toeroepen, op het marktplein en in de moskee.”

En vergeten we niet wat het Palestijns Handvest blijft zeggen in artikel 21: “The Arab Palestinian people (…) reject all solutions which are substituting for the total liberation of Palestine and reject all proposals aiming at the liquidation of the Palestinian problem, or its internationalization.”

Of wat PLO-lid Faysal al-Husseini in 2001 in de Egyptische krant Al Arabi over de Oslo akkoorden schreef, die als een Trojaans paard, als tijdelijke etappes in de strijd dienden: “die akkoorden zijn hinderlagen voor de Israëli’s en wij bedriegen hen ermee. Ons ultiem doel is de bevrijding van heel het historisch Palestina, van de Rivier tot aan de Zee, ook al betekent dit dat het conflict nog duizend jaar duurt.”

Tot zover de Palestijnse kant van de ideologie. Maar nog dieper, harder, onverzoenlijker, snijdt de Islamistische ideologie. Waar de Islam heerst, heerst vrede, onderwerping aan Allah: Dar al Islam, Dar es Salaam. Waar ongelovigen wonen, daar is het gebied van de oorlog: Dar al Harb, altijd, overal. De Islam is een godsdienst van verovering. Israël is de meest evidente plek die moet heroverd worden. Maar de vernietiging van Israël is slechts een etappe op de weg naar een Islamkalifaat. Die strijd moet gevoerd worden met fanatisme, tegen alle ongelovigen. Hamas, Hezbollah, ISIS, Boko Haram, dat zijn slechts de extremisten van dit fanatisme, een fanatisme dat latent leeft bij de brede moslimmassa. Yazidi en Christenen in heel het Midden Oosten ondervinden hiervan dagelijks de gevolgen. De denkschema’s in het Westen zijn totaal ongeschikt om de drijfveren in de moslemwereld te kunnen verstaan, of willen die zelfs niet verstaan. Het is deze denkwereld van fanatieke djihad die aan de basis ligt van de gruwelijke aanval op Joodse kibboetzen op 7 oktober 2023.

Wat na deze oorlog?

Er circuleren allerhande denkpistes over wat er afloop van deze oorlog kan of moet gebeuren. Gaat Israël, als het erin slaagt de Hamasinfrastructuur te vernietigen, Gaza opnieuw bezetten? Met als gevolg dat duizenden soldaten daar permanent moeten patrouilleren, onder groot gevaar en tegen een enorme budgetaire kost? De Biden administratie liet bij monde van secretary Blinken al weten dat een Israëlische bezetting van Gaza niet aanvaardbaar is. Dat is ook niet wat Israël wil. Wat het wel zal moeten doen, is voldoende militaire controle uitoefenen om een heropleving van Hamas te verhinderen. Dat veronderstelt in de beginfaze wel degelijk een militaire bezetting. Insrael sluit een internationale troepenmacht uit. Unifil in Zuid Libanon is een voorbeeld hoe het niet moet.

Zal Israël proberen Gaza opnieuw onder de Palestijnse Autoriteit te brengen? Die Autoriteit is corrupt en zo zwak dat ze zelfs op de Westoever geen verkiezingen durft te organiseren, uit vrees dat Hamasgezinden zouden winnen. Een herstel van een beperkte Palestijnse autonomie, waarbij Israël de veiligheidsorganisatie blijft controleren, lijkt een haalbare en realistische optie te zijn. Maar hervalt men dan niet in de oude impasse? Misschien staat er toch een nieuwe generatie van realistische Palestijnen klaar, om Mahmoed Abbas, president sinds 17 jaar, af te lossen. Zo gaf Salam Fayyad als premier van de Palestijnse Autoriteit, voorrang aan het uitbouwen van staatsstructuren, boven het bevechten van Israël. Hij werd door Mahmoed Abbas afgezet. Hij schrijft nu strategiepapers … in Princeton. Maar er zijn zeker ook jongere Palestijnse talenten die klaar staan, en niet om te vechten.

Er zijn ook nog andere scenario’s denkbaar.

Een tweestatenoplossing, troetelconcept in het Westen, lijkt na de gruwelen van 7 oktober van de baan. Maar het onmogelijke gebeurt altijd, zeker in het Midden Oosten. Zou Egypte Gaza willen overnemen? Daar bedanken ze in Kairo voor, uit schrik om de moslimbroeders in eigen land te versterken. Zou Jordanië (dat voor 70% Palestijns is) zijn soevereiniteit opnieuw naar de Palestijnen op de Westoever willen uitbreiden? Ook onwaarschijnlijk. Maar na een oorlog gebeuren vaker drastische verschuivingen in de landkaart, die voorheen ondenkbaar leken. Maar dat alles is afhankelijk van wat in Kairo en in Amman leeft, hoe Hezbollah zich gedraagt, en wat Teheran uitspookt.

En niet in laatste instantie wie de volgende Amerikaanse president wordt.

president wordt.