Achtergrond van het Pesachfeest, Joods Pasen

Pesach, of het paasfeest, behoort tot de “grote feesten”  in de Joodse traditie, het is samen met Soekot en Sjawoe’ot één van de drie pelgrimsfeesten. Dit zijn de feesten waarop destijds, toen de tempel nog bestond, het gehele Joodse volk naar Jeruzalem kwam om dieren- en graanoffers te brengen. Sinds het verdwijnen van de tempel werden echter een aantal feestgebruiken achterwege gelaten, dus geen pelgrimstocht en geen offers meer, maar anderzijds werd er ook een groot aantal gebruiken behouden.

Pesach begint op de 15de dag van de Hebreeuwse maand Nissan (meestal in april) en duurt acht dagen. Het is een herdenkingsviering van de uittocht uit Egypte en het wordt erkend als één van de belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de westerse cultuur in het algemeen maar zeker van het joodse volk in het bijzonder. Volgens de Torah leefden de Israëlieten in Egypte waar ze als slaven behandeld werden. Mozes, een Israëliet die opgroeide aan het hof van de Farao, de koning van Egypte, werd leider van de Israëlieten en vroeg de Farao toestemming om met zijn volk terug te keren naar het Land van Israël. De blijvende weigering van Farao resulteerde in een overhaast vertrek van het volk uit het land onder leiding van Mozes. Het vertrek vanuit Egypte ging via de Sinaïwoestijn waar Mozes en het volk veertig jaar lang verbleven.

Pesach wordt ook het vrijheidsfeest genoemd en het vrijheidskarakter van het feest wordt dan ook benadrukt in de rituelen en gebeden. De exodus (uittocht) van slavernij naar vrijheid symboliseert naast de fysieke en geestelijke bevrijding ook de algemene verzuchting om als vrije mensen te kunnen leven. Een ander belangrijk element van dit feest is het samenzijn met de familie. Op Sederavond, de avond van het feest, bieden het feest en de traditionele Sedermaaltijd de  gelegenheid bij uitstek om met de ganse familie te tafelen. Een belangrijk Joods voorschrift daarbij is het uitnodigen van anderen die geen verwanten hebben met wie ze het feest kunnen vieren. Nog andere namen voor Pesach zijn “het feest van de ongezuurde broden” en  “Lentefeest”, dat aangeeft in welk seizoen het feest valt.

Feestgebruiken

Advertentie

Het verbod om gist te eten – Gedurende het zevendaagse feest is er een verbod op het eten van gist, het zogenaamde chametz. In feite gaat het om een herdenking van de matzes die de Israëlieten aten tijdens hun vertrek uit Egypte. Het verbod slaat op alle andere soorten brood en op alle andere deegwaren.

Het eten van matzah – een plat brood dat gemaakt is van ongedesemd deeg. Behalve tijdens de ceremoniële Sedermaaltijd is het eten van matzes geen vereiste, maar voor de meeste Joodse families (zowel religieuze als traditionele) is het eten van matzes het alternatief gedurende de feestdagen.

Biur chametz – De verwijdering/vernietiging van producten met gist – Gedurende de weken die vooraf gaan aan Pesach is het gebruikelijk dat joden hun huizen grondig schoonmaken om zich ervan te overtuigen dat er geen spoortje “chametz” meer te bekennen valt. Niet-religieuze Joden grijpen deze gewoonte aan als een natuurlijke gelegenheid om een voorjaarsschoonmaak te organiseren en daarnaast ook om een feestelijke atmosfeer in huis te brengen. De vrome Joden zien het echter als een voorschrift dat strikte opvolging verdient en gaan nauwgezet en planmatig te werk om het “chametz” te verwijderen, zelfs van hun serviezen en hun kookgerief, ofwel gebruiken ze borden die enkel bij Pesach gebruikt worden. De nacht voor het Pesachfeest begint is het de gewoonte om bij kaarslicht alle hoeken van het huis te controleren op eventueel achtergebleven kruimels. De staat Israël, als vertegenwoordiger van het joodse volk, verkoopt alle chametz in Israël aan een niet-jood tegen een symbolische prijs en koopt het na de feestdagen meteen weer terug.

De seder – Dit is de uitgebreide ceremoniële maaltijd op de avond van het feest. De familie zit aan de feesttafel voor de Seder – het lezen van de Haggadah en de feestmaaltijd. De Haggadah is een compilatie van traditionele Joodse teksten, bestaande uit bijbelgedeelten, passages uit de Mishna, commentaren en liederen met als belangrijkste onderwerp de uittocht uit Egypte. Het doel van deze Haggadahlezing is het doorgeven van de Pesachtraditie van de ene generatie naar de volgende. (daarmee vervult men het voorschrift uit de Thora: “en u zal het uw zoon vertellen”). De rituelen hebben daarom vooral en in de eerste plaats de bedoeling om de nieuwsgierigheid van de kinderen te prikkelen. De symbolen zijn symbolisch. Om er enkele te noemen: het eten van de matzes en de bittere kruiden, het drinken van de vier bekers wijn, het gezamenlijke zingen en natuurlijk de bijzondere feestmaaltijd zelf.

Afikoman – Om de kinderen aan te sporen om gedurende de seder niet in slaap te vallen is er het gebruik om een stuk matzah, de zogenaamde Afikoman, ergens in huis te verstoppen. De bedoeling is dat de kinderen er naar op zoek gaan. Wie het vindt mag meestal een beloning in ontvangst nemen.

Mimouna – Op de avond na de zevende dag van Pesach, die overigens een heilige rustdag is, vieren de sefardische Joden (van Noord-Afrikaanse origine) en dan vooral die afkomstig uit Marokko, “Mimouna” als een onderdeel van de Pesachfeestelijkheden. De oorsprong van deze viering is onduidelijk maar wordt geassocieerd met de herdenking van de sterfdag van Rabbi Maimom ben Abraham, de vader van de grote middeleeuwse rabbijn Mozes Maimonides (ook bekend als Rambam). Op Mimounanacht trekken mensen van huis naar huis om hun feestvierende vrienden en verwanten te bezoeken. In buurten waar veel Marokkaanse Joden wonen kan dit huis-aan-huisbezoek tot laat in de nacht duren. Ook de dag nadien is bestemd voor het vieren van familiefeesten, het is een dag  waarop men gasten ontvangt of op bezoek gaat en in sommige publieke plaatsen kan je honderden feestvierders aantreffen bij een picknick. De laatste jaren is Mimouna een feest geworden waaraan iedereen wil deelnemen en politiekers in Israël maken van de festiviteiten gebruik om door hun aanwezigheid op een goed blaadje te komen bij de Marokkaanse feestvierders.

Bezoek aan Israël

Advertentie

De eerste en laatste dag van Pesach zijn voor religieuze Joden heilige rustdagen en bijgevolg is alle productieve werk verboden. Vrijwel alle Israëlische zaken zijn dan ook gesloten. De tussenliggende dagen (Chol Ha-Mo’ed) zijn half feestdag en half gewone weekdag. Veel kantoren en bedrijven zijn dan ook geopend voor een halve dag (meestal in de voormiddag). Israëlische families maken in groten getale gebruik van deze dagen om op vakantie te gaan of om daguitstapjes te maken. Omdat dit in Israël ook een schoolvakantieperiode is zullen veel vakantiebestemmingen druk bezet zijn door Israëlische gezinnen.

Koshere joodse restaurants houden zich aan de geldende Pesachspijswetten en op veel plaatsen zal men dan ook “kosher-voor-Pesach” alternatieven aanbieden in plaats van het gebruikelijke aanbod. Dit is trouwens de reden waarom veel kleinere eetgelegenheden uitgerekend tijdens Pesach hun jaarlijkse sluiting plannen.