Joden over de hele wereld vieren Jom Kipoer, de grote verzoendag

Dinsdagavond begint Jom Kipoer, de belangrijkste dag in de joodse kalender. “Jom Kipoer is uniek”, schrijft Rabbijn Evers, “het vasten op die dag is niet zozeer uit protest tegen onze consumptiedrang maar past in het kader van vele andere aspecten van deze heilige dag”.

Rabbijn R. Evers
Rabbijn R. Evers

De Jamiem Nora’iem, de Hoge Feestdagen, zijn ontzagwekkend omdat het extreme dagen zijn, extreme dagen die bepalend zijn voor de kleur, de kwaliteit, en de intensiteit van het komende jaar. Rosj Hasjana betekent letterlijk `het hoofd van het jaar’. Zoals het hoofd van het lichaam ons leven stuurt, zet Rosj Hasjana de trend voor de volgende fase in ons leven.

De overgang naar Jom Kipoer is kol nidree, waarin wij ons bezinnen op onze normen en waarden, zowel in het intermenselijk verkeer als in de relatie tussen mens en G’d. Kol nidree benadrukt het belang van wat wij zeggen en hoe wij de dingen zeggen. Kol nidree gaat over beloften en uitspraken die wij gedaan hebben, toezeggingen die wij niet nagekomen zijn, idealen, die wij niet hebben waargemaakt.

Wij kennen drie soorten vastendagen. Dagen van nationale rouw om het verlies van de Tempel, zoals Tisja beAv. Er zijn ook vastendagen om tot inkeer en berouw te komen. Wat we normaal zouden besteden voor onze eigen maaltijd geven we nu aan tsedaka (liefdadigheid) voor onze behoeftige medemens. We identificeren ons met het noodlijdende deel van de bevolking.

Advertentie

Maar Jom Kipoer is uniek, we vasten niet zozeer uit protest tegen onze consumptiedrang of om ons verlangen naar steeds meer te beteugelen. Het vasten past in het kader van vele andere aspecten van deze heilige dag:

–  wij denken even niet aan onze dagelijkse beslommeringen

–  we dragen geen leren schoeisel

–  we staan de hele dag in sjoel, de synagoge om de tefillot – de gebeden uit te spreken.

We proberen enigszins de engelen, hemelse wezens te imiteren. Vandaag willen we onze hogere mensaspecten benadrukken door minder bezig te zijn met onze materiële behoeften. We tonen dat onze werkelijke aspiraties elders liggen, hoger, verhevener. De essentie van ons menszijn staat vandaag centraal. Wat wij spreken, zijn wij. Waarvoor wij davenen (bidden), dat worden wij.

Jom Kipoer is de enige dag dat wij vijf tefillot, vijf grote gebeden zeggen. Deze staan voor de vijf niveaus van de nesjama, de ziel. De vijf niveaus zijn één keer per jaar – alléén op Jom Kipoer – allemaal tegelijk actief. De nefesj is het lichamelijke leven, de roe’ach zijn de aardse ambities, de nesjama zijn de religieuze gevoelens. chaja, het vierde niveau, is onze hogere levensbron en jechida is het contactpunt met het G’ddelijke in de wereld, van de stam echad.

Wanneer alle vijf niveaus tegelijk lichten, is er een directe band met G’d. Er is geen obstakel meer voor contact met het G’ddelijke in de wereld. Want vandaag worden al onze zonden tussen mens en G’d vergeven. ‘Kipoer’ komt van kappara, schoonwassen. Hoe is dat mogelijk dat al onze vergrijpen op deze dag als sneeuw voor de zon verdwijnen? Is dat abracadabra, hocus pocus van het Jodendom? Zeker niet!

Advertentie

Wanneer dat contact met echad bij ons actief is, zowel dat gevoel van verbondenheid met de Enige Ene als met de eenheid van ons volk dan verdwijnt iedere tekortkoming automatisch. Dat G’ddelijke in de mens is tevens onze unieke kwaliteit. De mens is een uniek schepsel. Anders dan dieren hebben wij de mogelijkheid om ons leven te veranderen. Wij kunnen ons zelf herprogrammeren. De mens is in staat om uit zijn eigen vel te kruipen en zijn denken en doen als een objectieve toeschouwer te beoordelen.

Dit is de grootheid van de mens. Daarom is Jom Kipoer de heiligste dag van het jaar, omdat dit proces van zelfanalyse, introspectie, zelfkritiek en verandering juist daarop plaatsvindt. Niemand, zelfs niet de meest fervente atheïst, kan menen dat hij zonder dagelijkse groei kan wegkomen. Stilstand is achteruitgang. Groei veronderstelt harmonie met onszelf en dat betekent dat wij onze spirituele schuldenlast van ons proberen af te werpen.

Wanneer wij zondigen, worden wij automatisch een gespleten persoonlijkheid, omdat wij altijd iets te verbergen hebben. Het gevoel iets misdreven te hebben, maakt ons besef van innerlijke samenhang en harmonie kapot.

Hervinden wij als volk langzamerhand weer onze innerlijke harmonie? De Zohar, een kabbalistische bron, voorspelde, dat in 5600/1840 een geest van wijsheid, kennis en inzicht door de wereld zou waren, wat geresulteerd heeft in de industriële en technologische revolutie, die ieder aspect van ons dagelijks leven heeft beïnvloed en velen van ons volk van hun roots – wortels -verwijderde.

Maar daarna zou een geest van tesjoeva door de wereld gaan, terugkeer in fysieke zin – naar Erets Jisraëel – en in spirituele zin, waarvan we de vruchten zien in de algemene Joodse opleving de laatste jaren.

Mogen we hierin een teken zien, dat dit lange en bittere galoet – die schrijnende diaspora – langzamerhand ten einde loopt? Waarom bevinden we ons eigenlijk op deze uithoek van de aarde? Het was vanwege onze tweedracht, jaloezie en interne ruzies dat we verdreven werden uit ons eigen Heilige Land, ons Israël. Tot op heden is het ons helaas niet gelukt om aan die onderlinge machloket een einde te maken.

We kunnen dat kennelijk niet op eigen kracht. Daarom hebben we Jom Kipoer. Rosj Hasjana en Jom Kipoer zijn twee aparte dagen. De hele dag bekennen we onze schuld. Door onze bereidwilligheid om te veranderen, behandelt G’d ons op andere wijze. De Almachtige is immers niet alleen onze Koning maar ook onze meedogende vader, Avienoe Malkenoe.

Deze gedachte geeft hoop voor de toekomst. Toch moeten we iets voor die toekomst doen, juist op het intermenselijke vlak. Dé mitsva bij uitstek van Jom Kipoer is de vidoej – de zondebelijdenis. Waarom moeten wij onze misstappen woord voor woord uitspellen? Ons zelfreinigend vermogen is maar beperkt. Pas wanneer wij gedwongen worden om onze tekortkomingen tot in de kleinste details te beschrijven, beginnen wij de volle omvang, de vergaande invloed van onze daden te begrijpen. Het is zo eenvoudig om over onze zwaarste missers heen te stappen, zeker als ze sociaal geaccepteerd zijn.

Ook als we al bereid zijn de diepe impact van onze minder fraaie daden onder ogen te zien, dan nog is het vaak heel moeilijk toe te geven dat het onze fouten zijn. We geven vaak de schuld aan anderen, de omstandigheden, de maatschappij, onze beroerde jeugd! Dat betekent asjamnoe: wij hebben misdreven – ik accepteer de verantwoordelijkheid.

De vidoej, zondebelijdenis, is een mitsva – maar het mag nooit worden tot lippendienst. Zo zouden we een karikatuur maken van onze religie, onze eigen oprechtheid. Is Jom Kipoer het einde van een bewustwordingsproces of is het het begin van een hoger, edeler functioneren? Jom Kipoer wordt afgesloten met het ne’ila-gebed. Ne’ila betekent afsluiting. Maar dan had het woord segiera beter geweest! Ne’ila toont stamverwantschap met het Hebreeuwse woord na’alajiem, schoenen – instrumenten waarmee wij dóór kunnen gaan.

Dat is de stijgende lijn van Tisjrie, van de tesjoeva, van de inkeer uit ontzag op Rosj Hasjana en vrees voor Jom Kipoer gaan we langzamerhand over naar Soekot, het Loofhuttenfeest – zeman simchatenoe. De tijd van onze vreugde, de tijd waarop wij de vier plantensoorten nemen die de vier soorten jodendombelevingen symboliseren, die allemaal samengenomen moeten worden tot één grote eenheid! Wat een prachtige gedachte! Onze taak is doorgaan en doorgeven. Onze waarden en normen doorgeven aan de jonge generaties die onze toekomst vormen.

Jom Kipoer wijst ons daarop. Eén maal per jaar ging de Koheen Gadol – de Hogepriester – in het Allerheilige binnen. Daar stonden boven op de Heilige Arke twee cherubijnen, engelen in de vorm van een jongen en een meisje, die verklonken waren met de Arke zelf. Bij de aanblik van deze cherubijnen moest de Hogepriester zich realiseren, dat er bij ons slecht één belangrijke opdracht is: de opvoeding van onze kinderen, die de fakkel van het Jodendom de 21e eeuw in zullen dragen.

Jom Kipoer is de jaartijd van Rabbi Akiva, die ons leerde dat de Thora voor ons is als het water  voor de vissen. Jom Kipoer was in de geschiedenis van ons volk behalve een dag van bezinning ook een dag van vreugde. Wanneer onze kinderen onze idealen en moraal doorzetten en voortzetten, dan is er inderdaad reden voor vreugde en optimisme.

Moge G’d het geven, dat wij het volgend jaar ons volledig zullen kunnen concentreren op onze geestelijke opdracht, onze spirituele taak om een licht voor de volkeren te worden. Moge al het wapengekletter tot het verleden behoren. Wij hebben een hogere visie, wij gaan voor het G’ddelijke in de mens! Een sjana tova voor u allen, een sjenat beracha vehatslacha, een sjenat sjalom in Erets Jisraeel maar ook hier. Sjana tova oemetoeka!.