Senaat erkent verantwoordelijkheid van overheden tijdens Jodenvervolging
De Commissie Institutionele Aangelegenheden van de Senaat heeft met unanimiteit een resolutie aangenomen die de verantwoordelijkheid van de Belgische overheden erkent in de Jodenvervolgingen die hebben plaatsgevonden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
“Vandaag 24 januari 2013 is een historische dag geworden zowel voor België als voor de Joodse Gemeenschap,” schreef de Nationale Commissie van de Joodse Gemeenschap van België voor de Restitutie en Herinnering (NCJGB-RH). “Inderdaad, om 19u15, heeft de Senaat, in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van het NCJGB-RH, met eenparigheid van stemmen «De veranwoordelijkheid van de Belgische Staat in de Jodenvervolging tijdens de Sjoa» erkend.”
Ook Sabine de Bethune(CD&V), voorzitster van de senaat, noemt de stemming op haar website “een historisch gebeuren”. “De Senaat erkent hiermee meer dan 65 jaar na de oorlog de betrokkenheid van de Belgische overheden voor het deporteren van Joden naar uitroeiingscentra zoals Auschwitz”.
De resolutie is het sluitstuk van een proces dat reeds in 2003 werd opgestart. In het voorjaar van dat jaar had de Senaat aan het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse maatschappij (SOMA) de opdracht gegeven om de verantwoordelijkheid van de Belgische overheden in de Jodenvervolging te onderzoeken. Dit resultaat, dat de titel “Gewillig België: overheid en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog”, met zich meekreeg, werd in 2007 voorgesteld in de Senaat.
“De senatoren geven hiermee een krachtig signaal aan de Joodse gemeenschap in ons land”, vervolgt Bethune die stelt: “Ook erkent de Senaat principieel de status van de betrokkenen als ‘gedeporteerde om racistische redenen en wees van de Shoah’.”
Advertentie
De resolutie kende een groot draagvlak, aangezien ze unaniem werd goedgekeurd.
SOMA
Op de website van het SOMA lezen we volgende tekst over dit gebreuren:
De voorstellen van resolutie van 2007/2008 en de huidige wijken nauwelijks van elkaar af. Er wordt enerzijds benadrukt dat “de verantwoordelijkheid voor de judeocide in eerste instantie berust bij de kopstukken van het nationaal-socialistische regime in Duitsland en bij degenen die ervoor kozen, ook in België, met dat regime te collaboreren” en anderzijds dat “heel veel Belgen Joden geholpen en gered hebben”.
Maar dan klinkt het scherp “De houding van talloze landgenoten staat blijkbaar in schril contrast met wat men de bureaucratische uitsloving zou kunnen noemen in de passieve en soms actieve collaboratie bij heel wat officiële Belgische overheden en instellingen. Bevelen, ook al zijn ze wettig, zijn niet altijd te rechtvaardigen”.
Naar aanleiding van de stemming schreef de (NCJGB-RH) eerder al dit persbericht:
De Nationale Commissie van de Joodse Gemeenschap van België voor de Restitutie en Herinnering (NCJGB-RH) verwelkomt de historische stemming die zal plaatsvinden in de Senaat op deze 24 januari 2013, dit 3 dagen voor de Internationale Herdenkingsdag voor de Nagedachtenis van de Slachtoffers van de Holocaust.
Advertentie
Door deze stemming stelt de Senaat inderdaad een historische daad en erkent de verantwoordelijkheid van de Belgische Staat voor wat betreft de Jodenvervolging in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze erkenning is eveneens een verzekering voor de toekomst van onze democratie.
Na 15 jaar inzet, het behalen van de restitutie van de gespolieerde goederen, en een bredere erkenning van de status van de slachtoffers van de Sjoa, beschouwt de NCJGB-RH deze definitieve stemming van de wetstekst als een belangrijke mijlpaal in het behalen van haar doelstellingen en een rechtzetting voor de slachtoffers.
De NCJGB-RH, en via haar de Joodse Gemeenschap van België, verwelkomt tevens deze stemming omdat die de nationale eenheid zal versterken met eerbied voor haar diversiteit.