“Stel je je als Jood dit soort artikels eens voor zonder de zekerheid van het bestaan van de staat Israël”
Douglas De Coninck opent in een opiniestuk frontaal de aanval op Michael Freilich, hoofdredacteur van Joods Actueel, en op de joodse gemeenschap in Vlaanderen (DM 17/9). Aanleiding is het optreden van Freilich in het VRT-programma De afspraak, waarin hij desgevraagd inging op de uitwijzing van de anti-Israël-activiste Brigitte Herremans op de luchthaven van Tel Aviv.
Hans Knoop (dit artikel verscheen in de krant en op de website van De Morgen)
De auteur is ex-Midden-Oosten- correspondent en woordvoerder bij het Forum der Joodse Organisaties (FJO)
Het FJO is de officiële vertegenwoordiging van de belangrijkste Joodse organisaties in Vlaanderen en is als zodanig door de overheid erkend. Michael Freilich vertegenwoordigt uitsluitend Joods Actueel. Publieke verklaringen van Freilich kunnen dus niet als de officiële standpunten van de Joodse gemeenschap worden beschouwd, ook al delen wij in deze zonder meer zijn kritiek op Brigitte Herremans.
De aanval op Freilich zou het FJO dan ook onbeantwoord hebben gelaten, ware het niet dat in het bewuste artikel de Joodse gemeenschap als collectief bij herhaling op onaanvaardbare wijze wordt belasterd. Zo wordt bijvoorbeeld verwezen naar ‘de Israël-lobby’ en het gelijknamige boek van Lucas Catherine. Hoeveel dieper kan men zinken dan steun bij Catherine te zoeken?
Al op 21 mei 1988 wijdde de Nederlandse journalist wijlen Martin van Amerongen in NRC Handelsblad een column aan Catherines boek De zonen van Godfried van Bouillon. Van Amerongen schroomde niet hem keihard van antisemitisme te beschuldigen. In De Standaard liet columniste Mia Doornaert zich in min of meer gelijke bewoordingen over hem uit. De zogenaamde Israël-lobby is een eigentijdse variant op de befaamde antisemitische Protocollen van de wijzen van Zion uit de 19de eeuw en een parafrase op het Finanzjudentum van Joseph Goebbels.
Advertentie
Als voorbeeld van de vermeende macht van de ‘Israël-lobby’ (lees: Joodse lobby) geeft Douglas De Coninck het ontslag van Youssef Kobo als diversiteitsmedewerker op het kabinet van de Brusselse staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V).
Kobo kon zich inderdaad niet op een hoge mate van sympathie van de Joden in Vlaanderen verheugen, en het is juist dat zowel Freilich in Joods Actueel als het FJO zich erover verbaasden dat hij in een fatsoenlijke partij als CD&V kennelijk furore kon maken. Maar even juist is het dat die verbazing niét tot het ontslag van Kobo als medewerker van Debaets heeft geleid. Kobo diende zijn ontslag in nadat hij in botsing was gekomen met dierenrechtenactivisten van GAIA. Dat ontslag had niets met de vermeende macht van de zogenaamde Israël-lobby te maken.
Verder verwijt Douglas De Coninck de Joodse gemeenschap en Freilich dat zij het debat over het Israëlisch-Palestijns conflict monopoliseren en een taboe trachten te leggen op kritiek op Israël. Geen van beide beweringen snijdt hout. Het FJO staat open voor kritiek op de politiek van de staat Israël. Kritiek op het beleid van de regering van Israël is legitiem. Nergens ter wereld is meer kritiek op het beleid van Israël als in de enige democratie in het Midden-Oosten, namelijk in Israël zelf.
Geraakt in de ziel
Maar kritiek op het beleid van een staat is iets anders dan kritiek op het bestaansrecht van een staat die in 1947 door een meerderheidsbesluit van de Verenigde Naties tot stand kwam en vandaag door meer dan 110 staten ter wereld is erkend. Kritiek op het bestaansrecht van Israel stellen wij gelijk aan antisemitisme, omdat men daarmee Joden als enig volk ter wereld uitzondert van het recht op zelfbeschikking.
Als De Coninck Israël meent te kunnen bashen door Gaza een openluchtgevangenis te noemen, raakt hij Joden in de ziel. Gaza is een mini-Hamas-staat waarin terreur en middeleeuws moslimfundamentalisme hoogtij vieren. Daarvan worden in eerste instantie de Gazanen zelf het slachtoffer. Hamas staat voor de vernietiging van Israël en het wereldwijd doden van Joden. Dat pleegt men antisemitisme te noemen, en zij die het voor antisemieten opnemen kunnen er bezwaarlijk moeite mee hebben samen met hen in een prieel te worden gezet. De Nederlandse Joodse auteur wijlen Abel Herzberg verzuchtte ooit dat zonder de staat Israël elke Jood waar ook ter wereld een ongedekte cheque is.
Artikels als die van Douglas De Coninck tonen meer dan ooit aan hoe noodzakelijk die staat ook voor de zes miljoen Joden in de diaspora is. Stel je je als Jood dit soort artikels eens voor zonder de zekerheid van het bestaan van de staat Israël. Dankzij Israël is onze cheque gedekt.