Antwerpse verhuizer werd rijk met Jodentransporten

ANTWERPEN — Het cynisme waarmee sommige zakenlui tijdens de Tweede Wereldoorlog mee¬hielpen aan de Jodenvervolging, is niet beperkt gebleven tot Duitse bedrijven. In Antwerpen bij¬voorbeeld leenden verschillende verhuisfirma’s hun diensten aan de bezetter om opgepakte Joden weg te voeren. Officieel heet het dat de Duitsers hun vrachtwagens opeisten. Maar van minstens één verhuizer — die nu nog steeds marktleider is in z’n sector— staat vast dat hij het werk graag en gewetenloos deed.

Guy Van Vlierden
Ook in eigen land hebben firma’s zich verrijkt op de kap van uitgeroeide Joden. Toen de Duitsers in 1942 begonnen met razzia’s, schakelden ze zowat alle Antwerpse verhuisfirma’s in om Joden te transporteren naar de Mechelse Dossinkazerne, de laatste tussenstop richting Auschwitz. Volgens Lieven Saerens, historicus bij het Stu¬die- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maat¬schappij, is het onmogelijk om vast te stellen welke verhuizers min of meer vrijwillig meewerkten. Op één uitzonde¬ring na: de firma Arthur Pierre, die midden in de Antwerpse Jodenbuurt gevestigd was. “Het is de enige verhuizer die na de oorlog vervolgd is voor collabo¬ratie”, weet Saerens, “waardoor documenten bewaard zijn waaruit zijn bereidwilligheid blijkt.”
40 DODEN
Arthur Pierre was ook de enige verhuisfirma in Antwerpen die in beslag genomen goederen van de Joden ver¬voerde. Dat lag ironisch genoeg gevoeliger dan de mensentranspor¬ten, omdat het als diefstal vervolgd kon worden. En er bestaat nog een brief waarin zaakvoerder Arthur Pier¬re de Duitsers verzoekt om hem méér van die meubeltranspor¬ten toe te wijzen, wat aantoont dat de firma niet echt onder dwang heeft gewerkt. Ze ver¬diende dan ook 4,6 miljoen toenmalige franken aan de Duit¬sers, zodat het zakencijfer verdub¬belde, en als enige verhuisfirma in de stad raakte Arthur Pierre ook in tijden van schaarste nog aan brandstofkaarten. Van som¬mige chauffeurs is geweten dat ze het moeilijk hadden met hun taak. De Antwerpse Jood Jos Hakker getuigt hoe een bestuur¬der nog brieven en kaarten post¬te voor zijn passagiers. Maar an¬dere truckers waren minder ge¬nadig. Zo verhaalt historicus Kris Stabel in zijn licentiaatsthe¬sis over een verhuiswagen die defect was, waardoor er uitlaat¬gassen in de laadbak binnen¬drongen. De opeengepakte Jo¬den begonnen op de wand te kloppen omdat ze stikten. Maar de chauffeur riep enkel: “Ik zal nog wat meer gas bijgeven.” Bij aankomst waren verschillende inzittenden bezweken. Volgens Natan Ramet van het Joods Museum voor Deportatie en Verzet vielen er in totaal minstens veertig doden tijdens de transporten van Antwerpen naar Mechelen. “Een neef van mijn echtgenote zat in een verhuiswagen van Ar¬thur Pierre waarin zeven mensen gestorven zijn”, zegt hij.
KAPOTTE BANDEN
Ook zaakvoerder Arthur Pierre zelf gaf niet altijd blijk van veel mededogen. Zo klaagde hij in een brief van 24 september 1942 aan de Duitse bezetter dat er te veel Joden in één van zijn vracht¬wagens gestouwd waren, “het¬geen de banden had kunnen doen springen”. Pierre was ook boos omdat verschillende inzittenden “onpasselijk” werden, “zodanig dat zij hun natuurlijke behoeften in mijn wagen heb¬ben gedaan”. In april 1946 werd Arthur Pierre tot vijf jaar gevan¬genis veroordeeld, maar zijn verhuisfirma bleef actief. Van¬daag staat de naam Allied Arthur Pierre voor Belgiës marktleider in internationale verhuizingen, die deel uitmaakt van het Amerikaanse Sirva, de grootste ver¬huisfirma ter wereld. De familie Pierre trok zich in de jaren ’90 wel terug. Dat de naam kon blij¬ven voortleven, verbaast histo¬ricus Lieven Saelens niet zo. “De Jodenvervolging is zeker in Ant¬werpen heel snel uit het collec¬tief geheugen gewist”, zegt hij. “Blijkbaar is de kracht van de merknaam Arthur Pierre sterker dan de negatieve bijklank”, con¬cludeert huidig salesmanager Claude Van Acker nuchter. “Dat oorlogsverleden is ons bij mijn weten nog nooit voor de voeten geworpen. We hebben trou¬wens ook Joodse klanten.”

Artikel met toelating overgenomen uit ‘Het Laatste Nieuws’