Het Al-Dura-rapport (hoofdpunten)

al dura valsOp 19 mei maakte het kabinet van de Israëlische premier Netanyahu een rapport bekend over de ondertussen beruchte Al-Dura-affaire. Het rapport is in het Hebreeuws opgesteld maar er verscheen ook een Engelse versie van het document. Hierbij de hoofdpunten van dit rapport:

Het Israëlische rapport

– benadrukt het verwoestende effect die de beelden wereldwijd veroorzaakten. Beelden die hebben aangezet tot haat, tot terrorisme en tot antisemitisme;
– bevestigt dat vele onderzoeken en expertises de beweringen van de reportage van France 2 ontkrachtten;
– bevestigt dat het ijdele hoop was om te denken dat het verwoestende effect van de beelden met de tijd zouden verdwijnen;
– herinnert er aan dat de drieste moordenaar van Toulouse, Mohammed Merah, wellicht beïnvloed was door de beelden toen hij in maart 2012 zijn dodelijke raid uitvoerde;
– besluit als volgt:

“dat de beweringen in de reportage van France 2 ongegrond zijn. Uit de laatst opgenomen beelden blijkt duidelijk dat de jongen nog levend is en beweegt op een bewuste en adequate wijze. Er is geen enkele aanwijzing dat de vader Jamal of zijn zoon gewond raakten. Er zijn integendeel vele elementen die aantonen dat ze door geen enkele kogel werden geraakt. Er is geen enkel bewijs dat het Israëlisch leger, Jamal of zijn zoon heeft verwond. Meer nog, uit ballistisch onderzoek blijkt dat de kogelinslagen in de omgeving onmogelijk vanuit de Israëlische posities konden komen. Dit manifest gebrek aan bewijs had France 2 tot behoedzaamheid moeten aanzetten, nog voor tot uitzending van de reportage over te gaan”;

Advertentie

Het rapport levert bijkomend bewijs dat bevestigt “dat de reportage over Mohammed Al Dura bedrieglijk was” en dat “de reportage tal van tegenstrijdigheden en inconsequenties bevat. De verklaringen van de cameraman van France 2, Talal Abu Rahma blijken leugenachtig. Ondanks dit alles weigeren France 2 en Charles Enderlin, hun correspondent in Jeruzalem die de reportage van commentaar voorzag, hun fouten toe te geven”;

Het rapport stelt dat “de affaire Al-Dura bewijst dat de media de hoogste ethische en professionele maatstaven moeten aanhouden bij het verslaan van ‘asymetrische’ conflicten. De internationale media moeten op een kritische manier het bronnenmateriaal van hun plaatselijke correspondenten analyseren en dit zeker in een conflict waarbij in scène gezette incidenten en mediamanipulatie schering en inslag zijn. Verder moeten de media hun fouten kunnen erkennen en aanvaarden dat ook hun handelen kritisch getoetst wordt”;

Het rapport bevestigt dat “met de huidige bewijslast France 2 op zijn oorspronkelijke beschuldigingen had moeten terugkomen en zeker op die van zijn journalist die bevestigde dat Mohamed Al Dura opzettelijk door het Israëlisch leger werd beschoten en nog tijdens de reportage omkwam. France 2 had zich moeten verontschuldigen voor de kwaadwillende montage en voor het zonder aarzelen verspreiden van beelden die enkel zijn gebaseerd op het getuigenis van de cameraman uit Gaza.”