Kazerne Dossin: Gelijkvloers wordt herwerkt na klachten van te kille inrichting

Interieurbeeld 1 Ontwerp Kazerne Dossin 20101022

Op 1 december 2012, net een jaar geleden dus, opende het vernieuwde museum Kazerne Dossin zijn deuren voor het grote publiek. Eind november mocht het museum zijn 100.000ste bezoeker ontvangen. Dat werd op een serene manier in de kijker gezet tijdens een samenkomst in het auditorium Natan Ramet van het museum.

Prof. Herman  Van Goethem de conservator van het museum, zei tegen onze redactie dat het succes te verklaren valt door de grote belangstelling van het publiek voor alles wat met WOII te maken heeft en zeker ook met de manier waarop Kazerne Dossin die tijdsperiode kadert. Daarnaast hebben autoriteien van zowel de Franstalige als de Vlaamstalige Gemeenschap inspanningen geleverd om het project onder de aandacht van de onderwijsinstellingen te brengen.

“Zelf zijn we vooral opgetogen dat we ook goed scoren bij scholen uit het technisch en beroepsonderwijs, dat blijkt uit onze evaluatie en dat is zeer belangrijk. Ook de belangstelling vanuit het buitenland stijgt en dat op een ogenblik dat nog niet alle buitenlandse reisgidsen- en boeken het museum hebben opgenomen. Daar verwachten we nog een belangrijke toename van het aantal bezoekers in de eerstkomende jaren”.

“We kregen wel vaak kritiek over de inrichting van het gelijkvloers van het Memoriaal dat als kil ervaren wordt. Een terechte opmerking waaruit we de juiste conclusies willen trekken. De aanpak van dat probleem krijgt dan ook prioriteit en we zullen het gelijkvloers herwerken in 2014”. Van Goethem liet verder weten dat de onverwacht hoge bezoekersaantallen voor alle medewerkers een jaar lang keihard en zeer intensief werken met zich meebracht maar dat het team daar versterkt uitkwam. “En deze succeservaring brengt medewerkers natuurlijk dichter bij elkaar”

Advertentie

Tijdens de samenkomst in het auditorium Natan Ramet werden ook de laatste nieuwe portretten aan de herdenkingsmuur toegevoegd. Het waren de familieleden van 148 Joodse gedeporteerden die de tot nog toe ongekende portretten aan het museum schonken.

Patricia Ramet die zeer nauw betrokken was bij de vierdelige publicatie Mechelen-Auschwitz (2009) zei in haar toespraak dat dit werk in 2018 opnieuw wordt uitgegeven. “Het unieke historisch overzicht met de namenlijsten van alle gedeporteerden en de 18522 portretten wordt dan aangevuld met deze nieuwe portretten.  “Al deze mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord zonder een spoor achter te laten, maar dankzij dit project krijgen ze een gezicht” aldus Ramet.

Sara Verhaert, de communicatieverantwoordelijke van het museum liet onze redactie weten dat de nationale en internationale aandacht voor het museum heel wat los maakt bij de nabestaanden. Het was dan ook een bijzonder moment toen de laatste foto’s  werden  toegevoegd aan de gigantische portrettenmuur. Dat gebeurde in aanwezigheid  van meer  dan zeventig familieleden.

SONY DSCJoseph Loewenstein, sprak namens al deze familieleden:  “Mijn grootmoeder Esther, tante Deborah en haar kinderen Irene en Israël, mijn tante Rosette, en haar kinderen Rachel en Maurice, tante Maria en haar dochter Annie en ook Maria en Simon mijn grootouders vertrokken allemaal op 31 juli 1944 met het laatste konvooi. Spreken over hun belevenissen lukt me niet en ik denk dat sommige mensen hier aanwezig daartoe ook niet in staat zijn. Op familiebijeenkomsten ruimen vragen over dit onderwerp plaats voor loodzware stiltes. Ik ben het museum dankbaar dat zij wel het verhaal vertellen”, aldus Loewenstein die zelf ook de portretfoto’ s onthulde van zijn grootmoeder, tante en nichtje die vermoord werden in Auschwitz-Birkenau.