Niet iedereen blij met gasdeal tussen Israël en Libanon
Het is opnieuw hommeles in Israël. En deze keer gaat het niet (rechtstreeks) over politiek, of verkiezingen. Neen, het is hommeles omwille van een stukje Middellandse Zee en een akkoord dat in de maak is met buurland Libanon, een land dat officieel nog in staat van oorlog verkeert met Israël sinds 1948.
Cedric Vloemans
Ondanks het feit dat de twee landen niet in vrede naast elkaar leven, ondanks het feit dat Hezbollah nog steeds voor een groot deel de dienst uitmaakt in Libanon, inclusief aan de Israëlische grens, en ondanks het feit dat er officieel geen diplomatieke contacten tussen beide landen bestaan, zijn de – uittredende – Israëlische regering Lapid en de Libanese regering onder Najib Mikati het tot een princiepsakkoord gekomen om het jarenlange dispuut rond de gasvelden in de Middellandse Zee eindelijk op te lossen. Goed nieuws, en iedereen blij, toch? Niet dus…
Context
Eerst en vooral, ongeacht of men voor of tegen deze deal is, is hij alleszins wel historisch. Alweer, na de Abrahamakkoorden sluiten Israël en een buurland een deal. Het is natuurlijk geen vredesakkoord, er zijn evenmin landsgrenzen vastgelegd en er is uiteraard geen vrede tussen beiden landen gesloten, laat staan tussen Israël en de Hezbollah, maar het dispuut over de zeegrens tussen Israël en Libanon lijkt bij deze bezworen. En uiteraard lijkt dit minder belangrijk dan de eerdergenoemde Abrahamakkoorden, maar niets is minder waar. Onder het water bevindt zich namelijk een enorme gasreserve. Zowel Libanon als Israël eigenden zich tot nu het recht toe om in het volledige veld te kunnen boren… wat er dus voor zorgde dat er niet of amper geboord werd.
Advertentie
Praktische verdeling
Eenvoudig zal het voor de onderhandelaars niet eenvoudig geweest zijn. Er bestaan tussen beide landen geen diplomatieke banden, waardoor de VS (alweer) als bemiddelaar optrad. Concreet houdt de deal in dat het immense gasveld van 860 vierkante kilometer – dat zoals gezegd door beide landen geclaimd werd – nu verdeeld wordt. Libanon krijgt het recht om naar gas te boren in het noordelijke Qana-veld, terwijl Israël dit recht bekomt over het grotere Karish-veld. Daarnaast heeft Israël ook het recht op 17 procent van de inkomsten van het Libanese gas daar het Qana-veld deels op Israëlisch gebied ligt.
Iedereen blij?
Men zou verwachten dat zo’n akkoord tot een hoerastemming zou leiden. Libanon kan een poging wagen uit hun economische dal te kruipen waar het al jaren in vertoeft en een zekere energiezelfstandigheid bewerkstelligen. Israël van haar kan heeft dezelfde troef van onafhankelijkheid en kan op deze wijze ook het akkoord met de EU uitvoeren: gasuitvoer om de Europese Unie onafhankelijk te maken van Russisch gas. In deze tijden van energiecrisis is dit een win-voor iedereen.
Maar, het Midden-Oosten zou het Midden-Oosten niet zijn wanneer ook hier discussie over bestaat. In Libanon kijkt men uiteraard uit naar de miljarden dollars die het gasveld de komende vijftien jaar zouden kunnen opleveren. En daar wringt het schoentje. Er is eigenlijk geen zekerheid of er überhaupt gas te vinden is in het Qana-veld. Het is aan het Franse Total om dit eerst nog te onderzoeken.
De houding van de bevolking is eerder ‘wait and see’ dan euforie. Je kan het hen niet kwalijk nemen. Het land verkeert in een politieke en economische crisis van jewelste en het vertrouwen van de burger in de politiek zit diep onder nul. De regering is er eentje in lopende zaken en het is onduidelijk wanneer er een nieuwe regering gaat aantreden.
Maar ook in Israël is men niet unaniem in feeststemming. De redenen hiervoor zijn ook meerledig. Allereerst is er de emotionele reden. Een vaak gehoord argument is dat Israël grondgebied afgeeft aan een vijandelijke staat. Dat ligt uiteraard erg gevoelig. In andere tijden zou dit allicht kunnen overwaaien, ware het niet dat men ook in Israël in een moeilijk politiek vaarwater zit. Op 1 november zijn er opnieuw verkiezingen, de vijfde kiesronde in een goede twee jaar tijd. De rechtse oppositie, onder leiding van oud (en misschien toekomstig) -premier Benjamin Netanyahu, spreekt over “verraad” en “overgave aan Hezbollah”.
Advertentie
De deal zal, aldus Netanyahu, meer geld opleveren voor de terroristische Hezbollah, de gezworen aartsvijand van Israël. Dit argument wordt echter door minister van defensie, Benny Gantz, van tafel geveegd. De deal zou net zorgen dat Libanon minder afhankelijk zou worden van Iran. Een tweede argument van de regering om de deal te steunen is het grotere Karish-veld. Voor het akkoord dreigde Hezbollah om iedere poging tot gasboring daar te saboteren of zelfs aan te vallen. Echter, via deze deal trekt de terreurbeweging haar dreigingen in, waardoor Israël eindelijk deze bron kan aanboren. Echter, de politieke situatie zorgt dat deze diplomatieke en economische doorbraak ook een politieke splijtzwam is geworden. Netanyahu heeft al laten optekenen dat hij de deal richting prullenmand zal verwijzen wanneer hij terug premier wordt.
Vrede
Alle argumenten pro of contra vanuit Israel ten spijt is deze discussie niet nieuw. Maar dat het om een herhaling van het oude “land-for-peace”-principe zou gaan is kort door de bocht. Het gebied waarvan in de overeenkomst sprake is bevindt zich op een afstand van 15 km buiten de territoriale wateren. De vergelijking met de Israëlische terugtrekkingen uit Zuid-Libanon en uit Gaza snijden dus geen hout en lijken ingegeven door de electorale belangen van de oppositie. Akkoorden sluiten is altijd een kwestie van geven en nemen en betekent in dit geval niet noodzakelijker wijze een concessie doen aan Hezbollah. Deze terreurbeweging zal altijd alles – zowel een overeenkomst als geen overeenkomst – aangrijpen om Israël te bestrijden.
Toekomst
Wat de toekomst brengt, is vingerdik kijken. Leidt het tot vrede tussen beide landen? Dat zal afhangen of en hoeveel gas er in het Qana-veld gevonden wordt. Dat zal er ook van afhangen wie er in Israël de verkiezingen wint en wanneer er een regering gevormd zal worden. Eén ding is zeker: een deal in het Midden-Oosten loopt nooit van een leien dakje en zal nooit kunnen doorgaan zonder diepgaande discussie. Maar na de Abraham-akkoorden is dit alleszins weer een historische stap in het kruitvat die de regio toch wel is.