Umberto Eco’s nieuwe roman niet onbesproken

‘Hoofdfiguur zou antisemitisme kunnen aanwakkeren’

De Italiaanse schrijver Umberto Eco zorgde al vaker voor enige controverse, met zijn laatste roman De begraafplaats van Praag is dat niet anders.

Guido Joris

Hoofdfiguur in de nieuwe roman is de schriftvervalser Simone Simonini, een zogenaamde nauwkeurige observator van zijn eigen tijd maar vooral een man die aan iedereen een hekel heeft, aan jezuïeten, vrijmetselaars, revoluties en vrouwen, maar bovenal hartstochtelijk Joden haat. Die Jodenhaat heeft hij geërfd van zijn grootvader en dat moet verklaren waarom Simonini de ene na de andere pagina met de meest schunnige antisemitische uitspraken vult.

Maar ook de sterke verhalen zijn nooit ver weg: een hysterische sataniste, een abt die twee keer sterft, lijken in een Parijse riool, jezuïeten die samenspannen tegen vrijmetselaars, vrijmetselaars en Mazzinianen die priesters wurgen met hun eigen darmen, de krombenige, aan artrose lijdende Italiaanse held Garibaldi, de bloedbaden tijdens de Parijse Commune van 1871 waar zelfs pasgeboren ratjes worden gegeten, onwelriekende kotten waar tussen de absintdampen bomexplosies en volksopstanden worden voorbereid, nepbaarden, zogenaamde notarissen, valse testamenten, diabolische broederschappen en zwarte missen. Simonini ziet veel, maar hij maakt nog veel meer mee, en bijna als vanzelf wordt hij steeds dieper betrokken in het complot dat zal leiden tot de lasterlijke Protocollen van de Wijzen van Zion, die de gehele twintigste eeuw het antisemitisme zullen aanwakkeren.

Advertentie

Alle recensenten die het boek bespraken, zijn het met elkaar eens op een punt: het nieuwe werk van Eco is niet zijn meesterwerk, vaak onleesbaar en saai. Eco zelf pareert die kritiek met de opmerking dat zijn lezers maar een inspanning moeten leveren.

 

Kritiek uit kerk en synagoge

Dit keer kwam de kritiek op Umberto Eco niet alleen aanzetten met een artikel in de Vaticaankrant  L’ Osservatore Roman,  maar ook Riccardo Di Segni, de opperrabbijn van Rome, bekritiseerde het werk publiekelijk en noemde het laatste geesteskind van Eco onomwonden gevaarlijk. De hoofdfiguur in de roman is een onverbeterlijke antisemiet maar Umberto Eco is dat zeer zeker niet. Meer nog, hij is zelfs pro-Israël en tijdens een persconferentie op de boekenbeurs in Jeruzalem begin dit jaar, haalde Eco zwaar uit naar de culturele Israëlboycotters en zei dat acties waarbij kunstenaars verantwoordelijk worden gehouden voor de handelswijze van hun regering, gewoon racistisch zijn. Een opmerking die niet in goede aarde viel bij de NGO’s en hun anti-Israëlaanhang. Op de vraag of hij dan zelf ook kritiek had op de Israëlische regering, antwoordde de 79-jarige auteur: “Ik heb mijn handen vol met de Italiaanse regering te bekritiseren, zo vol dat ik geen tijd over heb voor kritiek op Israël”.

Wij staken ons licht op bij dr. Klaas Smelik, prof aan de Gentse universiteit en de deskundige in ons taalgebied over de Protocollen van de Wijzen van Zion, in de hoop van hem te horen waarom uitgerekend een fictief verhaal deze controverse kon veroorzaken.

 

Joods Actueel houdt voor zijn lezers een aantal websites in de gaten. We zijn natuurlijk gewend om antisemitische uitspraken aan te treffen maar het gedetailleerde karakter waarmee het hoofdpersonage Simonini pagina na pagina met dit soort uitspraken vult, kwamen we zelfs niet op neo-naziwebsites tegen, behalve nu op Stormfront, waar al geciteerd wordt uit het werk van Eco.

Advertentie

Dr. Smelik: Dat is hetgeen ik ook al bang voor was, dat dit soort zaken een eigen leven gaan leiden. Maar het blijft vrij duidelijk dat Umberto Eco zelf een tegenstander van elke vorm van antisemitisme is en dit eigenlijk ook wel aan de hand van deze figuur laat merken. Hij schildert het evenwel zo subtiel, dat lezers mogelijk niet onmiddellijk in de gaten krijgen, wat voor vlees ze in de kuip hebben.

 

Had Eco dit niet kunnen voorkomen door in een inleiding of zelfs met een nawoord voor enige compensatie te zorgen? Eco zei zelf in een Italiaanse krant, dat hij de lezer een klap in het gezicht wil geven met zijn boek; overschat hij niet de capaciteiten van een groot deel van zijn lezerspubliek?

Dr. Smelik: Ja maar hij had natuurlijk ook al een wetenschappelijk werk over de Protocollen gepubliceerd. Ik heb dat werk gelezen en daarmee was het me ook duidelijk dat de lijnen die hij in dit werk uitzette zie terugkomen in deze roman hij daarop gebaseerd heeft. En dat hij zijn lezers overschat, dat is duidelijk. Zelf heb ik een boek over de Protocollen geschreven en ook zijn andere publicaties gelezen, dus laat me zeggen dat ik een zeer goed voorbereide lezer ben. Maar ik kan me onmogelijk voorstellen dat iemand die deze kennis niet heeft, dit kan plaatsen of begrijpen.

Los van dat alles is het ook een geforceerde roman, met een hoofdfiguur die in twee opsplitst en een verteller die wordt ingevoerd, het lijkt wel uit een narratologisch handboek te komen. Het is alsof de kok die je een maaltijd voorzet, je ook nog eens komt uitleggen hoe hij het gerecht heeft klaargemaakt. En dat wil je niet als lezer, je wilt je laten meeslepen door het verhaal. Het kan hooguit leuk zijn om even een stramien te doorbreken, maar hier krijg je bij het lezen toch wel de indruk dat Eco de verteller opvoert telkens als zijn inspiratie verzwakt.

 

Is de feitelijke informatie die Eco over de Protocollen geeft wel in orde?

Dr. Smelik: Neen, aangezien de hoofdfiguur nooit echt bestaan heeft, is het werk volledig aan zijn fantasie ontsproten. Ook de verbindingen die de hoofdfiguur aanbrengt, zijn bijgevolg niet echt en alles wat Eco met elkaar in relatie brengt heeft nooit plaatsgevonden. En of al de Franse bronnen die Eco erbij haalt om het ontstaan van de Protocollen te verklaren, is ook nog maar zeer de vraag. Hij zat natuurlijk ook met een technisch probleem in zijn roman, omdat hij de voorgeschiedenis van de Protocollen wil reconstrueren en hij gaat daarbij terug tot 1810 en moet dus een erg grote tijdspanne overbruggen. Opvallend is ook, dat zijn verhaal eindigt, wanneer de Protocollen klaar zijn, in tegenstelling tot mijn eigen werk, dat juist op dat moment begint.

 

Mij viel op dat de stereotypen in het boek op alles passen, op de jezuïeten, op de vrijmetselaars, terwijl de Protocollen zelf toch typisch de Joden wil onderuit halen.

Dr. Smelik: Ik ben van oordeel dat stereotypen inderdaad uitwisselbaar, zijn dus daar kan ik Eco wel in volgen.

 

Is een roman geschikt om een fenomeen als het antisemitisme te analyseren, want ik had wel de indruk dat de schrijver dat aan het eind van zijn verhaal wel doet?

Dr. Smelik: Het grote probleem in dit geval is, dat de hoofdfiguur van een roman wel altijd sympathie bij de lezer opwekt, omdat die zich ongewild maar al te graag identificeert met de hoofdfiguur en dat is dubbelzinnig, daar én de hoofdfiguur én de roman dubbelzinnig zijn.

Het introduceren van antisemieten in romans is overigens niet nieuw en het probleem daarbij is, dat die figuren ongestraft en zonder verdere correcties de meest afschuwelijke dingen over Joden kunnen vertellen. Natuurlijk komt dat ook omdat het kader waarin een roman zich afspeelt niet geschikt is om daarbij ook nog eens voortdurende commentaar te leveren. Maar in dit geval kan je ook stellen dat de hoofdpersoon en de manier waarop hij genadeloos mensen uit de weg ruimt, aangeeft om wat voor type mens het gaat. Toch schuilt er langs de andere kant het gevaar, dat dit soort uitspraken zwart op wit komen te staan in een gedrukte tekst en dat onverlaten dit soort antisemitische uithalen gaan overnemen.

 

Umberto Eco – De begraafplaats van Praag – Vertaald door Yond Boeke en Patty Krone – Uitgeverij: Prometheus, Amsterdam – Aantal pagina’s: 496 – Prijs: 24,95 euro
ISBN: 978-90-446-1732-0