Instituut voor Joodse Studies viert tiende verjaardag

Het Instituut voor Joodse Studies blaast dit jaar tien kaarsjes uit. Het afgelopen decennium verrichtte het instituut flink wat studiewerk naar joodse tradities, cultuur, literatuur, geneeskunde, et cetera. “Dit instituut heeft het Vlaamse academisch landschap veranderd”, aldus een trotse directrice Vivian Liska.

 Jochen Vandenbergh

Directeur Liska (midden) met de medewerkers van het Instituut

Even terug naar de herfst van 2001. In Brussel bestond het Institut de l’étude du Judaïsme, ook gekend als het Institut Martin Buber (joodse godsdienstfilosoof die in 1965 stierf) als Franstalige instelling voor Joodse studies. Het Vlaams ministerie van Onderwijs wenste echter een eigen Nederlandstalig instituut voor Joodse studies en kwam bij professor Duitse literatuur Vivian Liska terecht. “Ik kreeg de vraag om een instituut voor Joodse studies op te starten dat verbonden zou zijn met de Universiteit Antwerpen”, herinnert Liska zich. “Ik was aanvankelijk niet geneigd om op dat voorstel in te gaan. Vooral omdat ik nog maar net benoemd was tot professor en ik daarmee erg veel werk had. Bovendien vreesde ik dat het instituut gelinkt zou worden met een zekere politiek. Als wetenschapper moet ik waken over mijn objectiviteit en onafhankelijkheid. Maar die vrees is onterecht gebleken als ik daar nu op terugkijk. Na enige twijfel heb ik het aanbod dus aanvaard en tien jaar later zit ik hier nog”.

Het startschot van het instituut werd gegeven met een lezing van professor Herman Van Goethem die toen net had blootgelegd hoe het Antwerpse establishment tijdens Wereldoorlog II had geparticipeerd bij de deportatie van de Joden. Vandaag is dit algemene kennis, maar toen klonk het als een donderslag bij heldere hemel. Het Instituut voor Joodse Studies (IJS) stond nog in de startblokken, maar liet meteen van zich horen. “We hebben het instituut van niets uit de grond gestampt”, vertelt Liska. “In de beginjaren organiseerden we nog ‘maar’ vijf tot zes lezingen per jaar, waarbij misschien vijf tot zes mensen opdaagden. We waren wel actief, maar het was vooral veel zoeken. Vandaag organiseren we tweeëntwintig lezingen per jaar en twee tot vier conferenties. En de populariteit van die lezingen is enorm gestegen. Zowel studenten, academici als ‘gewone’ burgers komen nu luisteren. Vooral klassen over de Joodse geschiedenis en joodse tradities worden druk bijgewoond. Het zijn dan ook topwetenschappers die komen spreken. De afgelopen tien jaar hebben we zo’n vierhonderd gasten ontvangen uit alle uithoeken van de wereld. Zelfs chassidische Joden komen nu en dan al eens naar een lezing. Dat is toch opvallend, want als academici benaderen wij de onderwerpen uitsluitend wetenschappelijk”.

 

Advertentie

Bruggenbouwer

Ondertussen is het IJS tot een internationaal studiecentrum voor Joodse studies uitgegroeid. De term ‘Joods’ wordt daarbij erg breed benaderd. Dat blijkt ook uit de diversiteit van de lezingen. De afgelopen tien jaar passeerden onderwerpen als: De mythe van de Joodse paus, Joodse geneeskunde, een eeuwenoude traditie, Geschiedenis van de Joden in Afrika, De positie van Joodse schrijvers in de DDR, en ga zo maar verder. Het instituut wil een forum zijn voor academisch onderzoek, maar ook voor de uitwisseling van kennis over joodse tradities en cultuur. Het IJS maakt ontmoetingen mogelijk tussen verschillende wetenschappelijke disciplines. “Dankzij ons instituut staat de Universiteit Antwerpen op de internationale kaart inzake Joodse studies”, aldus Liska. “Tien jaar geleden was dat domein in Vlaanderen volstrekt afwezig op wetenschappelijk niveau. Het IJS heeft het academisch landschap veranderd. Op die manier is het instituut een brug tussen de Joodse en de Vlaamse gemeenschap. Onze bestaansreden is louterweg academisch van aard, maar toch denk ik dat wij een positieve bijdrage leveren aan het beeld dat niet-Joden hebben van Joden. Ik zie ons dus wel zo’n beetje als bruggenbouwers. Een Instituut voor Islamstudies is daarom dan ook erg welkom. Maar zoiets uit de grond stampen vergt inspanningen en contacten”.

 

Hebreeuws woordspel

Elke vier jaar zijn er ook twee doctoraatsstudies aan het IJS verbonden. Zo werkte het instituut al volop mee aan historische research rond Reconstructie van de Joodse gemeenschap na de oorlog, uitgevoerd door Dr. Veerle Vanden Daelen. Vandaag is Karolien Vermeulen verbonden aan het IJS met haar doctoraat Woordspel in de Hebreeuwse Bijbel. “Het gaat om woorden die hetzelfde klinken, maar verschillende betekenissen hebben”, legt Vermeulen haar studie uit. “Ik stel mij de vraag wat zulke woorden doen met tekst als de Hebreeuwse Bijbel. Hoofdstuk drie van het boek Genesis vertelt bijvoorbeeld het verhaal van de slang, de man en de vrouw in de tuin van Eden en hoe er van de verboden vrucht wordt gegeten. De tekst begint met een beschrijving van de slang als zijnde aroem, wat als slim en nog vaker als sluw wordt vertaald. Anderzijds is in de laatste versregel van hoofdstuk twee het woord in het meervoud gebruikt aroemim, als naakt om de mens te typeren. De mens loopt naakt rond in het aards paradijs.

Hetzelfde woord betekent dus twee verschillende dingen. Terug naar de tekst van Genesis drie, beseft de mens dat hij erom is nadat hij van de verboden vrucht heeft gegeten. Opnieuw komen dezelfde medeklinkers terug, maar de klinkers verschillen. Betekent dat dan omdat ik ‘naakt’ ben of omdat ik ‘slim/listig/sluw’ ben? Ik hoef u niet te vertellen dat dit voor de interpretatie van de tekst een wezenlijk verschil kan maken. Tegelijkertijd wordt hiermee een vertaalmoeilijkheid vastgelegd, want hoe kan men kiezen tussen ‘naakt’ en ‘slim’ als beiden bedoeld zijn? Overigens is het Hebreeuws geen makkelijke taal om te leren, maar als classica boeide het mij enorm. Naast Grieks en Latijn moet de homo trilinguis toch ook Hebreeuws als een derde taal beheersen”.

Opvallend is wel dat er tot op heden nog geen enkele Joodse student een doctoraatsthesis heeft geschreven aan het instituut van Liska. “Dat is net de essentie van wetenschappelijk onderzoek”, vertelt Liska, zelf Joodse natuurlijk. “Je persoonlijke levenssfeer mag het studieonderwerp niet beïnvloeden. Of je nu Joods, moslim of katholiek bent, dat is niet van belang voor het instituut. De nadruk ligt op het objectief vergaren van kennis. En wat mijn vakgebied betreft, is het IJS een zegen. Voor Bijbelstudies biedt het namelijk een ruime wetenschappelijke omkadering. Er zijn veel mensen aan het instituut gelinkt die werken rond Joodse literatuur, filosofie, religie, enz. Zonder het instituut zou ik veel moeilijker aan bepaalde informatie zijn geraakt. Het IJS is dan ook een unicum voor Vlaanderen. Het verbaast mij eigenlijk dat andere universiteiten veel minder aandacht besteden aan Joodse studies”.

Advertentie

 

Verjaardag

Vermeulen gaf inmiddels al een lezing over haar onderzoek in de lezingenreeks van het IJS. De verjaardag van het IJS werd eind mei gevierd met het jubileumcongres Tradition and Modernity in Jewish Culture and History. Naast tal van andere lezingen is er dit jaar ook nog een groots dubbelcongres gepland waarbij de Holocaust wordt benaderd vanuit een Amerikaans perspectief. “De afgelopen tien hebben we het instituut tot een Joods kenniscentrum uitgebouwd”, aldus Liska. “Ambities of doelstellingen bepalen voor de volgende tien jaar is moeilijk omdat wij ons beperken tot academische zaken. Wij mikken niet op meer zichtbaarheid of op een sociaal-maatschappelijke rol. Onze verwezenlijkingen kunnen dus ook niet onmiddellijk worden uitgedrukt in een direct maatschappelijk nut. Het gaat om wetenschap en ons werk maakt mij trots. Vergeet ook niet dat dit niet alleen mijn werk, maar ook mijn hobby is. Een tijdrovende hobby, maar ik doe het nog steeds met hart en ziel”.

 

Websitehttp://www.ua.ac.be/