Persagentschappen die plooien voor Hamas en journalisten die hun job gebruiken als politiek wapen
Verslaggever Matti Friedman, die van 2006 tot 2011 werkzaam was als redacteur bij het persagentschap Associated Press (AP) in Jeruzalem heeft bijzonder zwaar uitgehaald naar de manier van verslaggeving over het Israëlisch-Palestijns conflict en het gebrek aan eerlijkheid van de pers. Hij doet daarbij in ‘The Tablet’ enkele schokkende onthullingen over de journalistieke wanpraktijken van AP en beoordeelt daarmee de kwaliteit van het agentschap en van andere grote internationale nieuwsaanbieders.
“Niet alleen werd er de afgelopen tijd veel gediscussieerd over Hamas en hoe de organisatie journalisten intimideert, trouwens elke veteraan van de pers hier weet dat die bedreigingen reëel zijn, ik heb ze zelf als redacteur van het AP-nieuwsbureau meegemaakt. Tijdens de vorige gevechten in Gaza in 2008-2009 heb ik persoonlijk de informatie gewist dat Hamasstrijders vermomd als burgers vochten en vervolgens ook als burger bij de dodenaantallen werden opgeteld. Ik verdoezelde deze sleutelinformatie omdat onze reporter in Gaza bedreigd werd. Het beleid van de redactie was toen, en is nu nog steeds, dat de lezers vervolgens niet geïnformeerd worden dat de artikels die ze lezen gecensureerd werden. Dat was wel het geval als het Israëlische censuur betrof. Eerder deze maand heeft een nieuwsredacteur van AP Jeruzalem gemeld dat zijn verhaal over de intimidaties van Hamas door zijn oversten in de koelkast werd gestopt en nog steeds niet gepubliceerd werd”. De meeste verslaggevers in Gaza geloven dat hun job erin bestaat om Israëlische geweld tegen Palestijnse burgers te documenteren. Reken daarbij dat ze in een potentieel gevaarlijke situatie verkeren, moeten opboksen tegen deadlines en de meesten onder hen de taal niet spreken en dus nauwelijks begrijpen wat er zich afspeelt op het terrein. Ze zijn dus aangewezen op hun Palestijnse collega’s of op ‘fixers’ die ofwel Hamas-aanhangers zijn ofwel bang zijn van Hamas ofwel beiden. Reporters hebben dus zelfs geen druk van Hamas nodig om hen bij de feiten vandaan te houden en een erg simpel of vertroebelde artikels door te sturen. Het is helemaal niet toevallig dat enkele journalisten, die wel materiaal over Hamasstrijders en hun raketlanceerders te midden van burgerwijken naar buiten brachten, uit de periferie van nieuwe, kleine spelers kwamen: een Fin en een nieuwsploeg uit India. Deze arme persjongens hadden de memo met Hamasrichtlijnen duidelijk niet gekregen”. Feiten die niet of zeer zelden vermeld worden zijn dat recent verkozen en gematigde Israëlische regering grote inspanningen leverde om zich te verzoenen met de Palestijnen. Dat deze pogingen door de Palestijnen zelf werden ondermijnd wordt als onbelangrijk beschouwd. Deze lacunes in de berichtgeving komen niet voort uit een gebrek aan informatie maar tonen wel aan dat er een politieke agenda wordt gevoerd. Als voorbeeld dit: begin 2009 kregen twee van mijn collega’s belangrijke informatie te pakken over een vredesvoorstel dat de toenmalige premier Ehud Olmert enkele maanden eerder aan de Palestijnse Autoriteit had overgemaakt en ook dat de Palestijnen het voorstel alsnog ontoereikend vonden. Deze informatie werd niet naar buiten gebracht, het had nochtans één van de belangrijkste nieuwsfeiten van het jaar moeten worden. De journalisten kregen de bevestiging, zowel uit Israëlische als uit Palestijnse bron, dat hun informatie klopte, één van hen kreeg zelfs een landkaart te zien. Maar de redacteurs aan de top beslisten het verhaal niet te publiceren. Sommige stafmedewerkers waren furieus maar het was vechten tegen de bierkaai. Het beeld van de gematigde Palestijnen en dat de halsstarrige en steeds extremere Israëli’s moest kost wat kost overeind blijven. Het voorstel van Olmert is maar één voorbeeld, precies zoals te diep graven naar de waarheid over de praktijken van Hamas een ander voorbeeld is dat het beeld zou aantasten. De beslissing van bovenaf bij het persbureau luidt dus onveranderd “Afblijven!” Voor de lezers moet het duidelijk zijn: er zijn anderen die beslissen wat je zal lezen en wat je te zien krijgt over Israëli’s en Palestijnen. Redacteuren vinden het niet hun taak om tekst en uitleg te verschaffen bij de gebeurtenissen maar ze nemen wel een politieke positie in. Daarbij is verslaggeving voor hen verworden tot een wapen dat ze ter beschikking stellen aan de kant die hun voorkeur geniet”.