Wat is Joodse kunst?

Een tijdje geleden werd me de vraag gesteld wat onder de noemer ‘Joodse kunst’ valt. Naar goede Joodse traditie antwoordde ik met een nieuwe vraag: hoe definieer je eerst de termen ‘Joods’ en ‘kunst’ of ‘cultuur’? Het zal duidelijk zijn dat iedereen hier zijn eigen invulling aan geeft.

Wat is cultuur, wat is kunst en wat dan weer niet? En wie mag daarover beslissen?
Wie is Jood, en wie niet? Ook hier talloze mogelijkheden, gaande van een strikt religieuze toepassing tot allerhande persoonlijke opvattingen en gevoelens.

Waar ik echter over wil uitwijden is een specifiek onderdeel van de Joodse cultuur. Kunst die een enorme indruk op mij heeft gelaten en de naoorlogse Joodse gemeenschap voor een groot deel heeft gevormd. Ik heb het over kunst uit de Holocaust.

Tijdens een periode in Europa waarin het zonlicht verscholen ging achter donkere wolken, waarin het slechtste van de mens naar boven kwam, brachten Joodse kunstenaars het beste van zichzelf naar buiten. Ik heb het over kunstenaars in de rol van gevangenen, partizanen, verstotenen en vluchtelingen. Dappere zielen die hun lievelingsinstrument meesmokkelden tot in de getto’s en kampen, en eeuwige vechters die tekeningen en portretten bleven creëren tot aan de poorten des doods.

De Holocaust heeft een rijke erfenis aan kunstwerken achtergelaten. Yad Vashem in Jeruzalem heeft er zelfs een museum aan gewijd, het ‘Holocaust Art Museum’ met een collectie van meer dan tienduizend kunstwerken. Kunst creëren op je onderduikadres of in het getto betekende zondermeer je leven op het spel zetten en dat in een tijd waarin de benodigde materialen bijna niet te vinden waren.  Veel artiesten waren aan de rand van een inzinking, zowel fysiek als mentaal. Door de onwezenlijke omstandigheden waarin de kunstwerken werden gecreëerd, dragen ze ook zo’n loodzware beladenheid.

Advertentie

Een voorbeeld is het verhaal van Petr Ginz. Ginz wordt op 1 februari 1928 in Praag geboren. Als zoon van een Joodse vader en een Tsjechische ‘Arische’ moeder wordt hij, net als zijn jongere zus Eva, beschouwd als ‘halfbloed’, en moet een Jodenster dragen.

Petr is een briljante knaap die meerdere talen beheerst waaronder het Esperanto. Op zijn twaalfde schrijft hij de eerste van vijf romans. Behalve schrijver en dichter is Petr ook schilder en tekenaar met meer dan honderdtwintig kunstwerken op zijn naam. Op veertienjarige leeftijd wordt hij opgepakt en naar het getto van Theresienstadt gestuurd, daar maakt hij de tekening ‘maanlandschap’, een portret van de aarde, gezien vanaf de maan. Een zicht dat onze planeet in al haar schoonheid toont. Want gezien vanaf de maan, kun je de hel op aarde, de Shoah, niet eens opmerken, alsof die niet bestaat…

Enkele maanden later wordt Petr op transport gezet richting Auschwitz. Hij sterft in de gaskamers. Zijn werken overleven wel en in 2003 neemt Ilan Ramon, de eerste Israëlische astronaut, zijn tekening mee aan boord van het ruimteschip Columbia. Zo kan Petr ‘echt de aarde zien vanaf de maan’. Maar het lijkt wel alsof onze vriend het allemaal van dichtbij volgt, hij wil zijn kunstwerk terug: de Columbia desintegreert in de dampkring bij de terugkeer naar de aarde. Het linoleumwerk is, net als zijn maker, weergekeerd tot as.

Kunst uit de Shoah. Het is onze plicht dit belangrijk deel van de Joodse cultuur voor eeuwig te koesteren en haar tegelijkertijd te benutten in onze strijd, opdat de geschiedenis zich nooit zou herhalen.

Michael freilich
Hoofdredacteur

Het verhaal van Petr Ginz werd gebracht in Joods Actueel nr 4 april 2007 pg 50-51
en is gratis beschikbaar via onze website